Het kan niemand ontgaan zijn dat het slecht gaat met de kapitalistische economie. Lange tijd werd de crisis vooral bekeken als een Amerikaans probleem, maar de afgelopen weken heeft de paniekgolf zich uitgebreid tot de Europese financiÎle markten. IJsland kan zelfs als bankroet worden bestempeld.
In BelgiÎ was het eerste slachtoffer Fortis. Na een kortstondige nationalisatie, werd het vervolgens doorverkocht aan het ñ niet geheel toevallig Franse BNP Paribas. Tegenwoordig wordt alles in het werk gezet om de andere Belgische banken van de ondergang te redden, niet in het minst Dexia en KBC. Desondanks slaagt men er maar niet in de rust op de beurs te laten terugkeren.
Voor de Vlaams-Socialistische Beweging (V-SB) toont dit gebeuren de hypocrisie aan van neoliberale discours. Al jarenlang wordt er hoog van de daken geschreeuwd dat de staat moet afslanken en meer ruimte moet geven aan het privÈ-initiatief in belangrijke domeinen van het hedendaagse leven. Gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, communicatie, ... overal waar ook maar enigszins wat winst kan geraapt worden, wordt naarstig geprivatiseerd en geliberaliseerd, in het ene land al wat sneller dan het andere. Maar wanneer "de privÈ" zelf in moeilijkheden komt, wordt er opeens wel overheidsoptreden geÎist door de aanhangers van de "vrije markt", enkele doctrinaire roepers in de woestijn niet nagesproken. Overal ter wereld worden miljarden euro's in het banksysteem gepompt en het einde lijkt nog niet in zicht.
Het is dus niet helemaal correct om te zeggen dat het neoliberalisme de staat wil laten verdwijnen. Waar men wel naar toe wil, is afgeslankte staat die als voornaamste taak heeft om er voor te zorgen dat de bedrijven (in het bijzonder de multinationale) hun winst kunnen maximaliseren. Euro's die niet meer mogen geÔnvesteerd worden in het welzijn van de bevolking of om de daartoe benodigde ambtenaren een degelijk salaris uit te betalen. In die opvatting mag uiteraard wel veel geld gebruikt worden om een grootbank uit de nood te helpen of truukjes zoals een notionele interestaftrek te realiseren. Eigenlijk is dit geen nieuw verhaal: dat zij dient om te winstmaximalisatie van de kapitalisten te faciliteren, is de rode draad van de geschiedenis van de kapitalistische staat. Het neoliberalisme is gewoon een hedendaagse invulling ervan, waarbij de nadruk ligt op deregeluring en de invoer van vers kapitaal dankzij de pensioenfondsen (ontstaan met de instelling van nationale sociale zekerheden), een toegenomen supranationale besluitvorming ten nadele van het democratische kader dat door de staat gevormd wordt of kan worden, en dit alles in een context van mondialisering en technologische transformatie.
Wat er al een tijdje aan zat te komen, lijkt nu realiteit te worden: de Washingtonconsensus loopt, ook in het Westen, op z'n laatste beentjes. Wellicht betekent dit niet het onmiddellijke einde van het kapitalisme (daarvoor hebben de tegenbewegingen nog geen stevige basis gekregen bij de bevolking), maar dan toch van de fase van het kapitalisme die door het opzeggen van het Bretton Woods-systeem werd ingeluid. Ook in de hoogste kringen is het herregulering wat de klok staat.
Uiteraard gebeurt dit alles om de belangen van de elite te vrijwaren. Wat we meemaken, is immers louter een nationalisering van de lasten: met belastingsgeld worden de schulden van de grootbanken afgekocht; het winstgevende wordt doorverkocht. Om de onstilbare geldhonger van de beurs te voeden worden nu overal ter wereld miljarden aan vers kapitaal ñ lees: belastingsgeld ñ op de privÈmarkt gegooid.
Voor de V-SB is dit onaanvaardbaar dat belastingsgeld wordt gebruikt om een systeem gebaseerd op het speculeren met het spaargeld (bvb. pensioenfondsen) van de gewone mens, en het bestaan van het risico op crises zoals we die nu meemaken, in stand te houden. Indien de gemeenschap moet investeren in het bankwezen, moet daarvoor minstens tegenoverstaan dat deze investering een structurele wijziging teweegbrengt. De V-SB steunt dan ook de eisen van het Financieel Actienetwerk (FAN), die voor de V-SB minimumeisen zijn, zoals:
- dat de bestaande banken zouden overgaan tot het statuut van onderneming van openbaar nut;
- dat de focus zich opnieuw zou stellen op investeringen in de reÎle sector;
- dat er een strenge toelating op financiÎle producten zou komen door de overheid;
- dat de controle op belastingsontduiking verscherpt zouden worden, door transnationale bedrijven te verplichten hun boekhouding per land op te stellen en het fiscale bankgeheim op te heffen
- het invoer van een belasting op fortuin
Dergelijke maatregelen zullen het gehele systeem wellicht (helaas) niet omverwerpen, maar zouden alvast een objectieve vooruitgang betekenen voor diegenen die niet verantwoordelijk zijn voor de huidige crisis. Idealiter wordt er uiteraard overgegaan tot het onderbrengen van de sleutelsectoren van de economie onder gemeenschapsbeheer.