De Amerikaanse imperialistische misdaden met het oog op de controle over landen en grondstoffen en volkeren gaat ver terug in de geschiedenis. Venezuela is vandaag het laatste in de rij vanuit Washington georganiseerde of gesteunde pogingen tot staatsgreep. De strijd voor soevereiniteit en democratie van de volkeren op deze planeet vindt vandaag zijn grootste vijand in het imperiale Washington.
De Amerikaanse imperialistische misdaden, met miljoenen slachtoffers, reiken ver terug in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Denk aan de bloedige Amerikaans-Mexicaanse oorlog in de 19e eeuw met heel wat gebiedsverlies voor Mexico. Denk aan Amerikaanse oorlogen tegen Spanje (Filipijnen, Caraïben, Spaans-Indië), in deze eeuw de provocatie in de Golf van Tonkin-Vietnam die de VS op grootschalige wijze het alibi gaf om met 500.000 militairen oorlog te voeren in Vietnam. Denk aan de talloze staatsgrepen gesteund en geregisseerd vanuit Washington in Zuid-Amerika. De bekendste is de staatsgreep van generaal Augusto Pinochet (vriend van Margaret Thatcher) in Chili die in 1973 er een militaire dictatuur installeerde. Hij verdreef er gewelddadig de democratisch verkozen linkse president Salvador Allende, met actieve steun van de CIA en secretary of state (minister van Buitenlandse Zaken) Henry Kissinger. We verwijzen ook naar de militaire interventies en “regime change” in Panama en Granada in de jaren tachtig van vorige eeuw. En de ”low intensity conflicten” in Centraal- Amerikaanse landen zoals El Salvador, Nicaragua, Guatemala, Honduras, … met het gebruik van doodseskaders en terreur.
Regime change
Sinds enkele decennia beleven we een nieuw hoofdstuk in het Amerikaanse imperialisme tegenover strategische, en grondstofrijke landen of regimes die een ander economisch ontwikkelingsmodel vooropstellen en een eigen, soevereine weg volgen. We verwijzen naar de NAVO-oorlogen in Joegoslavië in de negentiger jaren, de oorlogen in Afghanistan, Irak, Libië, de staatsgreep in Oekraïne met steun van neoliberalen Guy Verhofstadt en extreemrechtse milities, ... Deze oorlogen brachten geen democratie maar chaos, geweld, sektarisme, armoede, … Het is in feite een tactiek van de “verschroeide aarde”. Ze verlopen ongeveer volgens hetzelfde schema: demonisering van de leiders, economische oorlog, alle mogelijke subversieve tactieken met een intense propagandaoorlog van leugens (massavernietigingswapen in Irak bijv.) en indien dat niet helpt een “humanitaire oorlog”. Een van de belangrijkste stenen des aanstoots zijn daarbij pogingen om komaf te maken met de dominantie van de dollar als internationaal betaalmiddel en die naar andere betaalmiddelen zoeken voor hun internationale handelsrelaties.
Venezuela
Vooraleer bommen gedropt worden gaat er een intens bombardement van propaganda vooraf. In Venezuela is het propagandaoffensief één van de langste in de geschiedenis. Dat begon in 1999 toen de linkse Hugo Chávez tot president verkozen werd kwam en begon met de “Bolivariaanse revolutie”. Miljarden dollars werden uitgegeven voor mediapropaganda, die de schuld van de economische sabotage en moeilijkheden op het vlak van mensenrechten eenzijdig in de schoenen van de president H. Chavez en Nicolas Maduro geschoven.
De huidige oorlog van de VSA tegen president N. Maduro gaat niet om de persoon van de president, aangezien Washington zijn voorganger Hugo Chavez ook wilde liquideren middels een staatsgreep in 2002. Terwijl Hugo Chavez de succesrijkste politicus van zijn land was in het aan de macht komen via een democratisch verkiezingsproces. Dat proces werd door de ex-president van de VS, Jimmy Carter als controleur van het verkiezingsproces, beschreven als het beste in de wereld. Toch noemden de presidenten George Bush jr., Barack Obama en Donald Trump de Venezolaanse leiders dictators.
Onder president B. Obama werd aan het kleine Venezuela de status van bedreiging van de Amerikaanse veiligheid gegeven, wat militaire interventie tot gevolg kan hebben. President H. Chavez werd door een staatsgreep van de Venezolaanse rechtse oligarchie in samenwerking met de Amerikaanse ambassade uit zijn macht ontzet en gevangengenomen in 2002. Dankzij de massale volkssteun en de loyauteit van het leger duurde de staatsgreep maar 48 uren en werd Hugo Chavez in zijn functie van president hersteld.
Nieuwe poging tot staatsgreep
De nieuwe poging tot staatsgreep van enkel dagen geleden is dus het voorlopige einde van een lange geschiedenis. Een voor het bredere publiek onbekende figuur, dhr. Guaidó, die echter al jaren meedraait in de kringen van de door Washington gesteunde rechtse oppositie en ook in de VS aan een van de vele rechtse denktanks werd opgeleid, riep deze week zichzelf uit tot president en zweerde zichzelf in. De eed was nog nauwelijks uit gesproken of Washington erkende de tegen alle wettelijke regels aangestelde president, gevolgd door zijn vazallen in Zuid-Amerika en West-Europa. Deze poging tot staatsgreep was lang en grondig voorbereid. Deze poging tot staatsgreep gebeurde ook nadat de extreemrechtse Jair Bolsonaro president was geworden in Brazilië. Ook werd Columbia onder extreemrechtse leiding “geassocieerd” lid van de NAVO.
Deze poging tot staatsgreep vindt natuurlijk niet in het luchtledige plaats. Guaidó en zijn medestanders rekenen erop dat zij op de steun zullen krijgen van een significant deel van de Venezolaanse bevolking. Het bolivariaanse project heeft natuurlijk nooit kunnen rekenen op geestdrift bij de met het VS-imperialisme verbroederde grootburgerij, die zich hierdoor in haar rechtstreekse belangen bedreigde zag. Maar door de verergerende economische crisis in het land, met een drastische daling van het BNP, hyperinflatie en een aantasting van de openbare dienstverlening, ten gevolge van economische sabotage maar ook van het in elkaar stuiken van de olieprijs, gokken de coupplegers op voldoende steun voor hun staatsgreep – of onvoldoende bereidheid om de regering-Maduro te verdedigen – bij de bredere, armere lagen van de bevolking, die steeds de steunbasis voor het bolivarisme is geweest.
Sinds het begin van de bolivariaanse revolutie nu twintig jaar geleden, en zeker in de beginjaren, heeft dit veel enthousiasme wakker gemaakt bij linkse soevereinisten, en dit over heel de wereld. President Chávez was de zichtbaarste woordvoerder van een nieuw Latijns-Amerika, dat zijn nationale en economische soevereiniteit ten aanzien van de VS bevestigde en de neoliberale ‘Washington-consensus’ uitdaagde. Voor het eerst werd de inkomsten van Venezuela’s grondstoffenrijkdom massaal ingezet voor herverdelingsprogramma’s ten voordele van de bevolking. Er werd werk gemaakt van toegankelijke, gratis gezondheidszorg en van onderwijs. Tegelijkertijd werd de basis gelegd voor een verdieping van de democratie, niet alleen via de permanente afzetbaarheid van verkozenen, maar ook op de werkvloer en in de wijken, op basis van wijkraden. Velen zagen en zien hierin dan ook bouwstenen voor een “socialisme van de 21e eeuw”.
Dat mag ons echter niet blind maken voor de problematische aspecten van het gevoerde beleid. Zoals her en der opgemerkt, is de economische basis van de Venezolaanse economie niet veranderd. De economie blijft teren op enerzijds het uitputten van zijn natuurlijke grondstoffen (“extractivisme”), in de eerste plaats olie, voor de export, en anderzijds grootschalige exportlandbouw die gebaseerd is gebleven op grootgrondbezit en de vernietiging van tropisch bos. Naast de negatieve gevolgen die dit voor het ecosysteem heeft, ondergraaft deze afhankelijkheid van de prijzen op de oliemarkt ook de houdbaarheid op langere termijn van het economische model en de herverdelingsmechanismen die erop gebaseerd zijn en daarmee ook de economische soevereiniteit van het land. Chávez en Maduro zijn binnen de kapitalistische context gebleven, zijn niet overgegaan tot massale kapitaalsonteigening en het overgrote deel van ’s lands BNP is bijgevolg nog steeds in handen van dezelfde personen en kringen als voor Chávez, wat zich vertaald heeft in een grote kwetsbaarheid voor boycots en kapitaalvlucht. Chávez’ herverdelingsprogramma’s zijn, net als een groot deel van het staatsapparaat, bovendien ten prooi gevallen aan de reeds voordien woekerende corruptie en aan cliëntelisme. Ondertussen gaat het tussen regering en oppositie hard tegen hard en is er van een “normaal” vreedzaam politiek proces al lang geen sprake meer.
Op dit ogenblik lijken de meeste Venezolanen echter niet bereid zich achter de rechtse oppositie te scharen. Niet verwonderlijk, als je beseft dat het om de erfgenamen gaat van politici en groeperingen die nog niet zo heel lang geleden de rijkdommen van het land voor hun eigen bankrekening plunderden en neoliberale privatiseringsmaatregelen met bloedige repressie doordrukten.
Het Venezolaanse leger: “Loyaal ja, verraad nooit”
De poging tot staatsgreep lijkt dan ook voorlopig te mislukken. Het Venezolaanse leger blijft achter de legitieme president N. Maduro staan. Op 24 januari jl. betuigde de voltallige generale staf onder de leiding van Minister van Defensie generaal Vladimir Padrino Lopez zijn loyauteit aan president N. Maduro. De generaal verklaarde: “Ik waarschuw het Venezolaanse volk voor een staatsgreep tegen de instituties, de democratie, tegen onze Grondwet en tegen onze legitieme president Nicolas Maduro. We hebben een schandelijke gebeurtenis meegemaakt. Een man die zijn hand opsteekt en zichzelf tot president uitroept van de Bolivariaanse Republiek Venezuela. Dat is een zeer ernstige zaak die de rechtsstaat aanvalt en de vrede van alle Venezolanen bedreigt. Wat we gezien hebben is pervers. De gewapende strijdkrachten van Venezuela, trouw aan de tradities van de Bevrijder Simon Bolivar, zullen nooit een president aanvaarden die opgedrongen werd door obscure belangen, en buiten de wet zich aangesteld heeft. De Venezolaanse strijdkrachten zullen zich nooit onderwerpen aan een vreemde mogendheid of aan een regering die niet democratisch verkozen is door het Venezolaanse volk”. Acht generaals, die strategische regio’s bevelen, hebben vooraf hun “loyauteit en absolute gehoorzaamheid” aan president Nicolas Maduro verklaard in een geschreven boodschap die op de openbare omroep werd uitgezonden. “Loyaal ja, verraad nooit”, riepen na de persconferentie de verzamelde generaals o.l.v. V.P. Lopez in een allusie op de overleden ex-president Hugo Chavez (1999-2013).
Daarnaast is het ook een gegeven dat de macht van de VS, ook in Latijns-Amerika, is afgekalfd – een proces waar ook Venezuela zijn steentje toe heeft bijgedragen. Concurrerende grootmachten wezen de poging tot staatsgreep af en spraken hun steun uit aan president Nicolas Maduro. Rusland reageerde scherp bij mode van president Vladimir Poetin en Buitenlandminister Sergej Lavrov, die de VS verantwoordelijk achten en opmerken dat die alle internationale rechtsregels aan zijn laars lapt. Ze waarschuwen de VS geen militaire aanval te ondernemen tegen Venezuela, een land dat zij een strategische bondgenoot noemen. Ook China verwerpt de poging tot staatsgreep van de Verenigde Staten om dezelfde redenen als Rusland. Mexico en Paraguay stelden een dialoog voor tussen de verschillende krachten in Venezuela; binnenkort vindt er een vergadering van “neutrale” landen rond de kwestie plaats.
Europa
In Europa was de Franse president Emmanuel Macron er als de kippen bij om de poging tot staatsgreep te steunen. Linkse soevereinistische partijen in Europa veroordelen de poging tot staatsgreep. Onder meer de SP-Nederland en Die Linke in Duitsland. In Frankrijk, veroordelen de partij La France insoumise en de PCF de poging tot staatsgreep. Jean- Luc Mélenchon, fractieleider van ‘Insoumise’ reageerde scherp op de erkenning van de poging tot staatsgreep door president Emmanuel Macron. In een tweet schrijft J.L. Mélenchon: Dhr. E. Macron noemt de verkiezing van N. Maduro illegitiem. Maar de extreemrechtse poging tot staatsgreep gesteund door Trump en Bolsonaro van Brazilië is het “herstel van de democratie”. Dat is ongelooflijk!” Fabien Roussel, secretaris-generaal van de Franse KP stelt het als volgt: “Ik ben verwonderd dat president E. Macron de verkiezing van N. Maduro als illegitiem beschouwt en de poging tot staatsgreep steunt, terwijl de legitimiteit zelf van dhr. Macron kan betwist worden met 24% van de Fransen die hem verkozen. Na 18 maanden aan het bewind wordt zijn beleid door 75% van de Fransen afgekeurd en wordt hij geconfronteerd met een sociale revolte”. Binnen de Belgische staat lijkt wat zich links noemt en parlementair vertegenwoordigd is – sp.a, Groen en zelfs PvdA – zich echter in stilzwijgen te hullen. Dat belette Kathleen Van Brempt alvast niet om in het Europees Parlement voor de erkenning van Guaidó te stemmen, net als de vertegenwoordigers van CD&V, N-VA, Open VLD, en Vlaams Belang. Wel moet – ere wie ere toekomt – gezegd dat Bart Staes tegen heeft gestemd.
Solidariteit voor de Venezolaanse soevereiniteit
Onze rol in Vlaanderen bestaat erin druk te zetten op de regeringen en instellingen die menen ons te vertegenwoordigen om geen steun te verlenen aan de poging tot staatsgreep – net uit respect voor de soevereine wil van het Venezolaanse volk. Maar ook vanwege het besef dat een door de VS gesteunde machtsovername geen oplossing zal brengen voor de zwakten van het huidige bolivariaanse project, maar wel de vooruitgang die ermee werd geboekt zal terugdraaien. Zoals een aantal Latijns-Amerikaanse sociale actoren in hun “Internationale Verklaring tegen imperialistische interventie in Venezuela en voor een democratische oplossing door en voor de Venezolaanse bevolking” stelt: “De uitweg uit de diepe crisis die de Venezolaanse samenleving ondergaat dient vreedzaam en grondwettelijk te zijn en de soevereiniteit van het Venezolaanse volk te herstellen.”