Op 25 juli jl. werd Mohamed Brahmi voor zijn huis in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen doodgeschoten door een moordcommando. Hij was de voorzitter van de links-nationalistische oppositiepartij 'Volksbeweging', Echaab. Hiermee was hij de tweede politieke leider die op klaarlichte dag werd omgebracht. In februari 2013 werd de links-patriottische advocaat Chokri Belaïd vermoord. De linkse Tunesische oppositieleider van de Mouvement des patriotes démocrates (MPD). Algemeen wordt aangenomen dat ze werden vermoord door salafistische fundamententalisten. Dat zou kunnen. Maar zeker is dit niet. Want er zijn meerdere krachten in Tunesië, en ook erbuiten, die er geen belang bij hebben dat linkse, seculiere patriotten in Tunesië aan invloed winnen. Vergeten we niet dat bv. advocaat Chokri Belaïd ooit nog één van de verdedigers was in het proces tegen de Irakese dictator Sadam Hoessein en dat hij lid was van het Tunesische actiecomité tegen de normalisatie van de relaties met de staat 'Israël'. De moord op Mohamed Brahmi gebeurde op een symbolische datum. 25 juli is immers de Dag van de Republiek. Op die dag werd in 1957 de koning opzij gezet en werd de Tunesische republiek uitgeroepen door de nationalistische beweging o.l.v. van de anti-koloniale verzetsstrijder en advocaat, de eerste president van Tunesië, Habib Bourgiba.
De revolutionaire golf in de Arabische landen van Noord- Afrika en de Perzische Golf zit nog altijd in zware turbulentie. Wie zijn geschiedenis kent weet dat revolutionaire processen geen pannenkoekenfeestjes zijn van een paar uren. Vele elementen achter en voor de schermen spelen mee,; de tijdslijn van een revolutionair proces kan jaren en zelfs decennia aanslepen met afwisselend kalme wateren maar ook hevige stormen. Intellectueel is het midden in deze storm moeilijk een volledig overzicht te behouden. Maar pogen we een viertal essentiële elementen op een rij te zetten. Vooreerst en o.i. het belangrijkste: de volksmassa’s zijn massaal gemobiliseerd,;ze hebben hun angst afgeworpen; velen weten waar de klepel hangt. Ze zijn van passief object, subject geworden van hun maatschappelijke ontwikkeling. Vooral de jongeren. Er is een actief verbond aanwezig tussen democratisch-progressieve en linkse intellectuelen en de brede volksmassa’s (zijn vernoemde moorden niet een poging die vruchtbare lijn door te knippen?). Al deze protesten hebben - soms zeer duidelijk soms minder - een anti-kapitalistische inslag. Of tenminste, viseren belangrijke symbolen van autoritaire, kleptocratische regimes. De eisen gaan in wezen over brood maar evenzeer over rozen (individuele vrijheden, nationale soevereiniteit, scheiding religie en staat, vakbondsrechten,…). Ten derde dragen de revoltes allemaal een nationaal karakter: elk land kleurt zijn revolutie naar eigen lokale gewoonten, gegroeide instituties, de sociaal-economische toestanden,… Er zit een duidelijke zuid-zuid-lijn in de recente en huidige revoltes: van Brazilië, Zuid-Europa (Griekenland, Portugal, Spanje,…), Noord-Afrika, de Perzische Golf, Myamar (Birma), Thailand (roodhemden), de Chinese kustgebieden… De rol van de Westerse elites is in deze processen dubieus en vaak tegen de betrokken volksmassa’s gericht. Bv. de wapens voor de islam-fundamentalisten komen van Saoedi-Arabië, Qatar,…geleverd door het Westen en betaald met petro-dollars van het Westen…. Of de rol van de rechtse Franse minister van Binnenlandse Zaken onder president N. Sarkozy, , mevr. Michèle Alliot-Marie, die de Tunesische dictator Ben Ali steun aanbood met know-how van de Franse politie om de volksopstand efficiënt de kop in te drukken (ze diende onder druk van de Franse opinie af te treden).