Volgend jaar zullen niet enkel Schotland en Catalonië een referendum houden over onafhankelijkheid, maar mogelijk ook Nieuw-Caledonië, sinds 1852 kolonie en nadien Overzees Gebied van de Franse staat. Zo verklaarde Daniel Goa, voorzitter van de Union Calédionienne als voornaamste partij binnen de independentistische coalitie FLNKS (Front de Libération Nationale Kanak et Socialiste), begin deze maand na de herverkiezing van Roch Wamytan als voorzitter van het Nieuw-Caledonisch Congres, tevens oud-UC- en FLNKS-lid.
"Als we in 2014 de meerderheid verkrijgen in het Congres, organiseren we meteen een Grondwetgevende Vergadering", aldus Goa, om het onwerp van grondwet vanaf 2016 door het Congres te laten goedkeuren en onderhandelingen aan te vatten met de Franse staat over de overdracht van de soevereine bevoegdheden zoals openbare orde, defensie, rechtspraak, munteenheid, enz. Nadien is hij voorstander van de opmaak van een kalender die een periode van tien tot zelfs twintig jaar kan omvatten en waarin de bevoegdheden geleidelijk aan overgedragen worden zodat de nieuwe staat alle tijd heeft om zich te ontwikkelen en zich aan zijn nieuwe statut aan te passen.
Met deze uitspraak is Goa het Nouméa-akkoord te snel af, dat in 1998 tussen de Franse staat en de Kanaakse independentistische bewegingen gesloten werd en dat stelt dat er tussen 2014 en 2018 een referendum moet komen over de overdracht van bevoegdheden, met uitzondering van defensie, justitie, munt en veiligheid. Een volksraadpleging volgend jaar zou een uitweg kunnen bieden uit dit akkoord en de onafhankelijkheid van het eiland kunnen versnellen, afhankelijk van de verkiezingsresultaten. In elk geval heeft Goa's uitspraak grote consternatie veroorzaakt bij de Fransgezinde partijen, die willens nillens rekening houden met het Nouméa-akkoord en fervent blijven vastklampen aan de Franse staat.