Soms brengen grote politieke figuren de geschiedenis in een stroomversnelling. De pas overleden president van Venezuela Hugo Chávez is zo iemand. De vele armen in zijn land zien hem als hun vader, broer, of zoon, ze zien hem als de bevrijder van eeuwenlange armoede en onderdrukking onder het juk van een rijke elite. Terecht. Vanuit die elite werd de aantasting van hun voorrechten aangegrepen om Chávez te demoniseren met de hulp van Washington, en hem zelfs te trachten uit te schakelen in een mislukte staatsgreep (2002). Wanneer we de balans opmaken van de realisaties van Hugo Chávez en zijn ploeg sinds 1999 dan is dit indrukwekkend.
Het land ging in die jaren onder president Hugo Chávez met grote sprongen vooruit. Miljoenen Venezolanen kregen voor het eerst medische verzorging. Waar vroeger kinderen en volwassenen stierven aan eenvoudige ziekten, bij gebrek aan medische zorgen, redden Chávez en zijn regering duizenden mensenlevens. Toen H. Chávez aan het bewind kwam in 1999 leed 15% van de bevolking honger; dit is nu uitgeroeid. Volgens de FAO (de voedselorganisatie van de VN) is er vandaag in het land voedselzekerheid. In 2005 werd Venezuela (na Cuba in 1961) door de UNESCO als tweede Latijns-Amerikaanse land vrij verklaard van analfabetisme. Op Cuba na, heeft Venezuela nu het hoogste percentage van studenten hoger onderwijs in Latijns-Amerika.
Ook politiek hebben president Hugo Chávez en de zijnen een revolutie teweeg gebracht. Voor zijn presidentschap kon 20% van de bevolking, vnl. de armen uit de grote sloppenwijken, niet eens gaan stemmen omdat ze niet geregistreerd waren. Dat veranderde door de oprichting van lokale raden. Hugo Chávez en de zijnen gaven de armen een politiek gezicht. Zij leerden lezen en schrijven en studeren (alle onderwijsboekjes uit het verleden werden herschreven). Hij gaf ze waardigheid, fierheid om in het leven te staan; ze werden klassenbewust. Ze konden onder zijn bewind een vuist maken tegen de rijke elite. De massa’s waren een belangrijke factor toen zij de staatsgreep van rechts in 2002 deden mislukken door haar mobilisatie. Hugo Chávez bouwde bij de grote massa een sterk gevoel van nationale identiteit en trots op. Zijn Bolivariaanse revolutie (Bolivar: een 19e eeuwse nationale vrijheidsheld die Latijns- Amerika wilde verenigen tegen het Noord- Amerikaanse imperialisme) introduceerde hij een politieke cultuur met een hoog democratisch gehalte. Hugo Chávez was een nationalist. Niet alleen omdat hij het volk bewust maakte van zijn nationale identiteit en trots: hij herstelde de soevereiniteit van het land door reactionaire cenakels zoals het IMF en de Wereldbank buiten te schoppen. Hij vermeed een vrijhandelsakkoord met Washington, nationaliseerde sleutelsectoren van de economie (400 strategische bedrijven) en richtte 100 000 coöperatieven op. De kapitalistische grondstroom werd weliswaar behouden, maar hij veranderde de regels van het spel door een sterke sociaal gerichte rol van de staat. De buitenlandse schuld kreeg hij onder controle. Zwak punt, dat in het post- Chávez-tijdperk wel eens zuur zou kunnen opbreken, is de smalle basis van de economie, bijna uitsluitend gericht op de grote olievoorraden van het land: de olieproductie omvat 30% van het BNP, de inkomsten uit de olievoorraden voeden voor 50% het overheidsbudget en 94% van de export is olie.
President H. Chávez’ bijdrage tot de ontwikkeling van Latijns-Amerika is groot. Onder zijn stuwing werd de dominante invloed van Washington teruggedrongen. Tegelijk smeedde hij structuren voor een grotere integratie en eenheid van Latijns Amerika. Met zijn uitgesproken links-nationalistische koers zette hij een nieuwe trend in. Na 1989, de val van de Muur, was het socialisme zwaar gediscrediteerd. Met zijn Bolivariaanse revolutie zette Chávez het socialisme, gekleurd door de geschiedenis en eigenheid van Venezuela, terug op de kaart. Hij drong de pensée unique van het catastrofale neoliberalisme in de hoek. Na Chávez kwamen linkse presidenten aan de macht: Lula Da Silva in Brazilië, Tabaré Vazquez in Uruguay, Evo Morales in Bolivia, Rafel Correa in Ecuador, Fernando Lugo in Paraguay, Nestor Kirchner, en na zijn overlijden, zijn echtgenote Christina Fernandez Kirchner in Argentinië. De Organisatie voor Amerikaanse Staten (O.A.S.) werd in 1948 opgericht om de dominantie van de VSA te verzekeren en om nadien het links-nationalistische Cuba uit te sluiten. Onder Chávez’ invloed werden alternatieven opgericht zonder de VSA en Canada. In 2005 werd Petrocaribe opgericht, een petroleumalliantie, in 2007 Unasur, met de Banco del Sur als alternatief voor het IMF en de Wereldbank, Mercosur (alternatief voor de rechtse commerciële media). Er werden onder de impuls van Chávez samenwerkingsakkoorden afgesloten voor de gezamenlijke ontginning van grondstoffen, de uitbouw van de energiesector en ontwikkeling van de zeescheepsvaart… In ruil voor goedkope olie leverde Cuba duizenden artsen en leerkrachten aan Venezuela. (Indien de VSA en e EU in verhouding dezelfde inspanning leverden waren er in de Derde Wereld geen medische achterstand meer). (Wie meer wil lezen: cfr. site De Wereld Morgen, 6-7 maart jl.).
Het bewind onder Chávez had grote uitdagingen, en het post- Chávez tijdperk heeft er niet minder. Er is de eenzijdige gerichte economie op olie, de inflatie, de (vanuit rechts en de drugsmaffia gestimuleerde) criminaliteit die zeer hoog is. Gaat de nieuwe elite, die onder Chávez werd gecreëerd, de weg van Chávez verder volgen of uiteenvallen als gevolg van belangenconflicten, rivaliteiten, kleinmenselijke botsingen nu de grote leider er niet meer is? Zullen de nieuwe structuren van het Chávez-bewind het overlijden van de rode leider kunnen opvangen? Volgens Dr. Barbara Hogenboom van het Centre for Latin American Research (Cedla, Amsterdam) zal de invloed van Chávez nog lang doorwerken. Volgens haar “wordt het 'chavisme' in Venezuela even bepalend als het peronisme van Juan en Evita Peron in Argentinië. Chávez is heel lang president geweest en heeft voor een hele generatie een wezenlijke verandering betekend. Een grote groep mensen die nooit politiek betrokken waren, zijn door Chávez’ participatieve structuren mondig geworden. Een meerderheid van Venezolanen staat nog altijd achter Chávez”. (DM, 7 maart jl .). En de V-SB als linkse flaminganten niet minder.