Met de val van de Iraakse dictator Saddam Hoessein is er een einde gekomen aan jaren van zware repressie en etnische zuiveringen tegen de Koerden in Irak. De relatieve rust die er in Iraaks-Koerdistan heerst, maakt de wederopbouw en de ontwikkeling van de samenleving mogelijk. Maar de vrede is broos omdat de grote spelers in de regio de gunstige ontwikkelingen bij de Iraakse Koerden als een bedreiging zien. Na de invasie in Irak waren de Koerden zowat de belangrijkste lokale bondgenoot van de Amerikanen, maar die tijd is voorbij. De Amerikaanse vrijbrief voor Turkse bombardementen in Iraaks-Koerdistan is een duidelijk teken aan de wand. De Verenigde Staten wensen hun belangen niet te schaden omwille van de Koerden. Ook de democratische presidentskandidaat Obama heeft al laten verstaan dat hij wat dit betreft aan het Amerikaanse beleid niet zal veranderen.
Recent is de draagwijdte van deze evolutie duidelijk geworden met de kwestie Kirkoek. Deze stad werd etnisch gezuiverd door Saddam Hoessein: de Koerden moesten de stad verlaten en Arabieren uit het zuiden namen hun plaats in. Sinds 2003 zijn de verdreven Koerden teruggekeerd en maken zij opnieuw de meerderheid uit in de stad. Volgens artikel 140 van de Iraakse grondwet moest er voor 31 december 2007 een referendum worden gehouden over de toekomst van Kirkoek. Bij zo'n referendum zouden de stad en provincie Kirkoek zonder twijfel om aansluiting vragen bij de Koerdische Autonome Gemeenschap. Daarom werd het referendum alsmaar uitgesteld. Olie en de etnische verscheidenheid zouden de grootste spelbrekers zijn, maar dat klopt niet. Voor de olie-inkomsten kan er zonder problemen een verdeelsleutel worden gevonden en binnen de Koerdische Autonome Gemeenschap zullen de etnische minderheden gerespecteerd worden. Het echte probleem is dat tal van actoren (de Iraakse Soennieten en Sjiieten, Turkije, Iran, Syrië, ...) geen (sterk) Koerdisch bestuur verdragen.
Op 22 juli stemde het Iraakse parlement in afwezigheid van de Koerden een omstreden kieswet waardoor de Koerden in Kirkoek in de minderheid worden gesteld en de Koerdische Peshmerga's plaats moeten ruimen voor veiligheidstroepen uit het zuiden. Daags nadien sprak de Iraakse president - een Koerd - zijn veto uit tegen de wet, maar het vertrouwen is zwaar geschonden. Op 28 juli eiste een zelfmoordaanslag en geweld tijdens een betoging tegen de gecontesteerde wet in Kirkoek maar liefst 38 doden. Intussen hebben de Koerden al gedreigd om het recht in eigen handen te nemen.
Nu de situatie dreigt te escaleren moet de internationale gemeenschap haar rol spelen. Door de gevoerde politiek van Saddam Hoessein woont een groot deel van de Iraakse Koerden buiten de Koerdische Autonome Gemeenschap. Zij moeten het recht hebben om onder Koerdisch bestuur te komen. De Verenigde Naties bemiddelen al maanden in het conflict maar krijgen geen rugdekking vanuit het buitenland. Daarom vraagt de Vlaams-Socialistische Beweging (V-SB) dat ons land zijn verantwoordelijkheid neemt en de Koerden steunt in hun rechtmatige eisen. De onderdrukking van het Koerdische volk heeft al veel te lang geduurd.