Voor de V-SB is het duidelijk: het IPA mag voor sommigen op het eerste gezicht een stap in de goede richting lijken, een goed akkoord is het allerminst. De verkregen verzuchtingen zijn uitermate schamel en teleurstellend. Dat het VBO zich bovendien enthousiast uit laat over dit akkoord is veelzeggend en hoeft niet te verbazen.
Het is belangrijk dat een gelijkschakeling van het arbeiders- en bediendenstatuut werd besproken. Het is onaanvaardbaar dat de wetgever anno 2011 nog een onderscheid durft te maken tussen werknemers die hoofdzakelijk ëhandenarbeid' zouden uitoefenen en mensen die hoofdzakelijk 'met hun hoofd' zouden werken. Een uniformisering zou uiteindelijk moeten leiden tot een verbetering van de situatie van alle werknemers, ongeacht of zij als 'arbeider' of 'bedienden' bestempeld worden. Het spreekt vanzelf dat een verbetering van het arbeidersstatuut van groot belang is, maar enkel op voorwaarde dat de bedienden hiervoor niet moeten inleveren. De kleine stappen die in het IPA worden genomen om deze verschillen weg te werken, hebben echter als gevolg dat bedienden te veel moeten inleveren om een kleine verbetering van de situatie van de arbeiders, bv. inzake de ontslag- en ziekteregeling, mogelijk te maken. Bovendien ziet het er niet naar uit dat er tegen 2012 reeds een aanzienlijke verbetering zichtbaar zal zijn, of zelfs dat alle verschillen tegen 2016 weggewerkt zullen zijn.
Dat het IPA bovendien in 2011 geen extra marge voor loonsverhogingen ziet, klinkt de patronen uiteraard als muziek in de oren. In 2012 is er slechts ruimte voorzien voor een verhoging met max. 0,3% bovenop de index, waarin alle vormen van loonsverhoging reeds vervat zijn. Soberheid blijft het modewoord, hoewel bedrijven ñ ondanks de economische crisis ñ alsmaar meer nettowinsten boeken en dividenden uitkeren aan hun aandeelhouders. Ook met betrekking tot o.m. de brugpensioenregeling blijft geen zekerheid bestaan.
Dit akkoord is veel te schraal en zet het inzake sommige punten zelfs stappen achteruit. Bovendien biedt het geen enkele zekerheid dat het de voornemens zal kunnen waarmaken. Op 4 februari zullen we, na uitspraak van het ABVV, weten of de leden van de twee grootste vakbonden het IPA goed- of afkeuren. Het staat echter reeds vast dat de twee grote bediendencentrales van het ABVV en het ACV het akkoord hebben verworpen. De sociale partners en het ABVV moeten dan ook rekening houden met de bekommernissen van de duizenden werknemers die tegen dit akkoord stemmen.