Politiegeweld en staatsrepressie zijn volop aan de orde van de dag. Ook de Belgische staat gaat op dat vlak niet altijd vrijuit. Doden zijn gelukkig zeldzamer dan in andere delen van de wereld (misschien ook wel omdat de contestatie geringer is?), maar ook de links-Vlaamsgezinde traditie heeft ermee te maken gehad. Over een aantal dagen is het exact honderd jaar geleden dat de jonge ULB-student en Vlaamse kommunist Herman van den Reeck (1901-1920) gedood werd.
Net als velen van zijn generatie trad Herman van den Reeck als jongeman tijdens de Eerste Wereldoorlog toe tot het aktivistische kamp – onder meer als medewerker van het toepasselijk genoemde blad ‘Staatsgevaarlik’. Enkel zijn jeugdige leeftijd redde hem na de oorlog van de Belgische staatsrepressie.
De aktivist Herman van den Reeck was – net als bijvoorbeeld een Jef van Extergem – niet alleen flamingant: hij was uitgesproken links-radicaal. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog werd het Belgische staatsapparaat versterkt door de rechtervleugel van de sociaaldemocratie, die net als in andere landen de oorlogskredieten had goedgekeurd die de imperialistische wereldslachting mogelijk maakte. Als lid van de radicale linkerzijde vond Herman van den Reeck echter onderdak bij de Vlaamse afdeling van de Clarté-groep van de Franse communist Henri Barbusse. Deze groep was een broeihaard voor alles wat én Vlaams-radicaal én links-radicaal was, en zodoende een verzamelplaats voor de antiburgerlijke fractie binnen de Vlaamse Beweging en voor de eerste Vlaamse kommunisten.
Op 11 juli 1920 wensten diverse Vlaamsgezinde groeperingen een betoging te organiseren in Antwerpen. Het rechtse, franskiljonse stadsbestuur van burgemeester De Vos verbood dit echter, waardoor er werd uitgeweken naar buurgemeente Borgerhout. Daar daagde zo’n 30 000 man op: fronters, kommunisten, socialisten, daensisten en nog veel meer gezindten. Na afloop trok een drieduizendtal naar de Antwerpse Grote Markt, waar de Belgische politie op de menigte begon te schieten.
Herman van den Reeck werd getroffen: zowel zijn linker- als zijn rechterlong werden door een kogel geraakt. De volgende dag bezweek hij aan zijn kogels. Op zijn sterfbed trachtte het staatsgezag hem nog een schuldbekentenis te ontfutselen, wat volledig ongegrond was. Marnix Gijsen dichtte, in een nu misschien wat al te bevlogen aandoende stijl:
Sluit de gelederen. Hij is gevallen.
Maar ons allen
heeft hij bevrijd.
Mannen hebben gevloekt. Vrouwen hebben geschreid.
In een dag, in een uur
was zijn naam het parool van een nieuwen tijd.
Begint nu d' opmarsch onder roode lucht?
Klinken bazuinen?
Er is in alle huisgangen, hol en koel
een haastig getrappel van voeten.
De Vlaamsche menschen gaan.
Er stijgen kreten: Sluit aan! Sluit aan!
Na zijn dood hebben velen zijn nagedachtenis opgeëist, tot zelfs extreemrechts toe. Van den Reeck politieke standpunt was echter duidelijk: Vlaams-radicaal, antiburgerlijk, antimilitaristisch, links-radicaal. Wij durven ons zonder schroom erfgenamen te noemen van deze stroming. Tien jaar geleden, bij de 90e verjaardag van zijn moord, hebben we hem dan ook herdacht op de Grote Markt in Antwerpen, samen met onze betreurde kameraad Joost Vandommele.
Over enkele dagen is het exact 100 jaar dat Herman van den Reeck stierf. Een ad hoc-comité roept op om hem te gedenken aan het graf in het Antwerpse Schoonselhof, waar hij sinds 1966 rust. De V-SB roept iedereen die zich in de erfenis van Herman van den Reeck herkent op om, indien zij of hij kan, aanwezig te zijn.
Praktisch:
Zondag 12 juli, 10.45 u.: samenkomst ingang begraafplaats Schoonselhof, Krijgsbaan 100, 2660 Hoboken (Antwerpen). Tram nr. 10, metrohalte Astrid (onder Centraal Station), richting Schoonselhof; 11 u., aan de grafzerk: gedichten van René De Clercq en Paul van Ostaijen; korte toespraak: Johan Velghe; kransneerlegging; samenzang: de Vlaamse Leeuw en de Internationale.
Hopelijk tot zondag!