In de Forale Gemeenschap Navarra (CFN) is in juli voor het eerst sedert haar oprichting, zo’n dikke 30 jaar geleden, een pro-Baskische regering aangetreden. Nafarroa, zoals het historische koninkrijk dat zich aan beide zijden van de Pyreneeën uitstrekt, in het Baskisch heet, is de historische kern van wat volgens Baskische nationalisten een onafhankelijke Baskische staat moet worden. Door het steeds verder naar het noorden opschuiven van de Spaans-Baskische taalgrens is sedert eeuwen alleen nog het noorden van het deel van Nafarroa ten zuiden van de Pyreneën hoofdzakelijk Baskischtalig. De hoofdstad Irunea bevindt zich in het tweetalige overgangsgebied.

Net zoals de andere historische territoria Galicië, de Baskische Autonome Gemeenschap en de Autonome Gemeenschap Catalonië int ook de Forale Gemeenschap Navarra zelf haar belastingen, waarvan ze een gedeelte doorstort naar de Spaanse schatkist. Sedert het ontstaan van de CFN werd ze bestuurd door anti-Baskische partijen. Vanaf 1991 tot nu werd ze bestuurd door de Union del Pueblo Navarro (UPN), een regionalistische partij die nauw aanleunt bij de Partido Popular (PP), historisch voortspruit uit de beweging van de requetes (een pro-Franco militie) en een anti-Baskische politiek voerde. Voordien werd de CFN bestuurd door de Partido Socialista de Navarra, het lokale filiaal van de Spaanse sociaaldemocraten van de PSOE.

Nu heeft de corruptie van de UPN haar de das omgedaan. Zo’n 40.000 van haar kiezers (op een totale bevolking van 640.000 personen) hebben afgehaakt bij de verkiezingen op 24 mei dit voorjaar. Bovendien zijn wellicht een niet onbelangrijk deel van haar vroegere kiezers overgelopen naar Ciudadanos dat net 138 stemmen te kort kwam om de kiesdrempel van 3% te halen en daarmee een zetel binnen te rijven voor het autonome parlement. De UPN behaalde 15 zetels, Geroa Bai, een nationalistisch platform dat o.a. de PNV in de CFN omvat maar niet nationalistisch links, behaalde 9 zetels, Euskal Herria Bildu behaalde 8 zetels, Podemos 7 zetels, de PSN-PSOE ook 7 zetels, de PP 2 en het lokale filiaal van de eurocommunisten van Izquierda Unida, dat in de CFN opkomt onder de naam Izquierda-Ezkerra, haalde er ook 2.

De nieuwe meerderheid wordt geleverd door een coalitie van Geroa Bai, EH Bildu, Podemos en I-E. In de autonome regering neemt Geroa Bai 6 zetels op, EH Bildu 2 en I-E één. Het voorzitterschap is voor Uxue Barkos van Geroa Bai, het departement Binnenlandse Zaken gaat naar Mariá José Beaumont die verkozen werd op de lijst van EH Bildu maar beter bekend is als coördinator van het platform tegen de bouw van de Itoiz-stuwdam.

 

Enkele in het oog springende beleidskeuzes van de nieuwe regering zijn:

·      het uitbreiden van het aanbod van het onderwijs in het Baskisch dat via het onderwijsnet van de Forale Gemeenschap in het geheel van de gemeenschap zal aangeboden worden, ook buiten het Baskisch taalgebied;

·      ondersteuning voor transport en andere accommodatie voor leerlingen die naar één van de 5 ikastolas (scholen met een integraal Baskisch curriculum) gaan in het verspaanst taalgebied;

·      normalisering van de relaties met de Baskische Autonome Gemeenschap;

·      de oprichting van een euregio die de CFN, de Baskische Autonome regio en de regio Aquitanië in de Franse staat omvat.

 

Een ander opvallend beleidspunt is de afschaffing van de Wet op de Symbolen die verbiedt om in de CFN de Baskische vlag aan openbare gebouwen uit te hangen. Niet onbelangrijk, want in de hoofdstad Irunea, waar Joseba Asiron van EH Bildu de burgemeesterszetel veroverd heeft, wordt hij bedreigd door een proces vanwege het Spaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken omdat hij bij de openingsceremonie van de Feesten van San Fermin de Baskische nationale vlag heeft laten hijsen op het stadhuis.

Toch werpt de nieuwe regering zich op als een regering van alle Navarrezen, zowel de Baskischtalige als de Spaanstalige. Daarom wordt de Vierde Overgangsbeschikking van de Spaanse Grondwet (Disposicion Transitoria Cuarta de la Constitución), die het mogelijk maakt om de Forale Gemeenschap van Navarra en de Baskische Autonome Gemeenschap samen te voegen, niet in werking gesteld.

Natuurlijk is niet iedereen tevreden. De Confederatie van Navarrese ondernemers (CEN) klaagt dat de nieuwe regering de aanleg van een nieuwe hogesnelheidstreinverbinding wel eens zou kunnen afvoeren of dat ze te veel aan de zijde van de vakbonden zal staan. El País bracht één van zijn achtergrondartikelen onder de suggestieve titel “La conquista de Navarra” (“de verovering van Navarra”) waarbij de term 'conquista' natuurlijk ook verwijst naar de Spaanse verovering van Zuid- en Midden-Amerika, terwijl wat nu gebeurd net een belangrijke stap zou kunnen zijn in het een halt toeroepen van de Spaanse conquista van de Baskische landen (Euskal Herria).

In een commentaarstuk maakte de sociaaldemocratische El País het nog bonter. Daarin schrijven ze zo goed als dat met de advocate Mariá José Beaumont er nu “een vertegenwoordigster van de terroristen” hoofd wordt van de 1700 leden tellende politiemacht van de CFN. Ze verwijten haar in feite dat ze tegen een ecologisch desastreus project was waar ook de Baskische nationale bevrijdingsbeweging tegen was en is. Het zit de propagandamachine van de Spaanse sociaaldemocraten duidelijk zeer hoog dat de linkse Spaanse krachten in Zuid-Navarra de voorkeur geven aan een coalitie met de Baskische nationale krachten boven de vertegenwoordigers van het corrupte Spaanse establishment.

Eigenlijk verwijt El País de pro-Baskische partijen in de CFN dat ze pro-Baskisch zijn en hun partijprogramma deels uitvoeren ondanks het feit dat ze bij de verkiezingen samen maar een goede 30% van de stemmen gehaald hebben. Het is dan ook niet te verwonderen dat de Spaans-nationalistische partijen zoals de PP en Ciudadanos in hun programma voor de Spaanse verkiezingen allemaal opgenomen hebben om de Vierde Overgangsbeschikking van de Spaanse Grondwet bij een eventuele volgende staatshervorming te schrappen.