De gemeenteraad van Baile Átha Cliath (Dublin) heeft unaniem een resolutie goedgekeurd, waarin het stadsbestuur opgeroepen wordt geen contracten meer af te sluiten of hernieuwen met het nutsbedrijf Veolia. Daarmee heeft het de eerste stap gezet op een weg die we ook in Vlaanderen moeten bewandelen.
Veolia is immers betrokken bij verschillende projecten van de zionistische staat ‘Israël’ op de Westelijke Jordaanoever, zoals de bouw van een tramlijn tussen die staat en zijn kolonies (wat in strijd is met resolutie 465 van de Veiligheidsraad). Deze trams zijn wegens hun traject en haltes uitsluitend gericht op transport van zionistische kolonisten en Israëlische soldaten.Ook houdt het zich bezig met de dumping van afval van die kolonies op het illegale stort van Tovlan op diezelfde Westelijke Jordaanoever. Daarenboven heeft de groep een kwalijke reputatie inzake omkoping, vervalsing van milieurapporten, ontslagen van te ijverige vakbondslui…
Ook in Vlaanderen is Veolia actief, vooral via PPS-constructies. Aquiris, een hoofdrolspeler in het schandaal van de vervuiling van de Zenne, is er een dochteronderneming van. Maar het is ook actief op andere domeinen, zoals openbaar vervoer en de ophaling van gevaarlijke afvalstoffen. Daarmee heeft het overeenkomsten gesloten met o.m. intercommunales, De Lijn en de NMBS. Zo wordt ook in Vlaanderen gecollaboreerd met een bedrijf dat van kolonialisme profiteert.
PPS-constructies zijn hoedanook vaak ecologisch onverantwoord, ondergraven de controle van de gemeenschap, en maken het publieke nut ondergeschikt aan privé-winst. Waar de gemeenschap moet instaan voor de winst van bedrijven die ook directe winst maken met koloniale ondernemingen, is dit nog verwerpelijker. De Vlaamse politieke instanties (van gemeenteraadsleden tot parlementsleden) moeten het Ierse voorbeelde volgen en soortgelijke moties stemmen, en de uitvoerende macht moet die moties naleven.