In het kader van de viering 175 jaar Daens, verscheen bij het Priester Daensfonds een document, getiteld "de eigenzinnige kijk van het PDF op maatschappij en armoedebestrijding". Een document dat in een achttal hoofdstukken een visie op economie, politiek en samenleving weer geeft. De V-SB werd eerder al uitgenodigd voor een debat over het document, en in deze bijdrage willen we iets dieper op het werkstuk in gaan, omdat het de aandacht zeker waard is.

Eerst en vooral moet toch vastgesteld worden hoe in de 'gevestigde' christen-democratische middens de viering zonder enige aandacht lijkt te passeren. Vanuit CD&V, erfgenaam van de Katholieke Partij waar Daens tegen ageerde, hoeven we natuurlijk geen aandacht te verwachten. Maar ook binnen de bredere christelijke arbeidersbeweging lijkt de figuur en het gedachtengoed van Daens wat verloren te zijn geraakt. De V-SB, als beweging die zich evenwel uitdrukkelijk socialistisch omschrijft, is echter van mening dat in de huidige context van de neoliberale crisis net in die kringen meer aandacht zou moeten komen voor een van de spilfiguren van de geschiedenis van de sociale bewegingen in Vlaanderen. Te meer daar het document dat het Priester Daensfonds zelfs de sociaal-democratie van vandaag 'links voorbij steekt', op sociaal en economisch vlak. Vanuit een 'zuivere' socialistische invalshoek zouden we zeker nog heel wat theoretische commentaren kunnen plaatsen bij dit document maar dat is een polemiek die op dit moment wellicht weinig nut heeft. De concrete voorstellen die in het werkdocument staan, zijn in de context van de huidige dominante politieke ideologie al haast 'revolutionair' op zich. Toch willen we het Priester Daensfonds wijzen op eventuele bijkomende denkpistes. Het fonds heeft immers te kennen gegeven dat het werkstuk zeker nog niet af is.

Wat opvalt is dat het werkdocument een veel bredere visie op armoede heeft dan louter symptoombestrijding. Er is zelfs geen apart hoofdstuk over armoedebestrijding omdat dit thema in de visie van het document juist allesomvattend is. In verschillende hoofdstukken (o.m. over democratie, huisvesting, migratie en milieu) worden oorzaken diepgaander onder de loep genomen dan het geval is met het bestaande beleid (of non-beleid) rond armoedebestrijding. Het fonds "benadert armoede niet als een apart of geïsoleerd fenomeen" lezen we in het document. We lichten er enkele hoofdstukken uit.

 

Democratie

Wat het hoofdstuk democratie betreft, valt alvast de oproep voor een versterkte en meer participatieve democratie op. Democratie, als sleutel tot het aanpakken van armoede en economische malaise. De crisis wordt terecht aan neoliberale politieke beslissingen toegeschreven en niet zomaar als 'onvermijdelijk' voorgesteld. Een versterken van de democratie is een belangrijke stap naar een socialer beleid. Al wordt dit niet in alle consequenties doorgetrokken. De opmerking "aan besparen valt niet te ontkomen" is nogal ongelukkig, en wijst op een aanvaarden van een aantal dogma's uit het main-stream economische denken. Maar er wordt dan wel gelukkig gewezen op een alternatief voor de huidige 'austeriteit'. Er wordt gewezen dat heel wat economische hefbomen uit handen werden gegeven, zowel aan privé als aan 'Europa', en dat die terug in eigen handen moeten.

Concrete hervormingen die in het document worden voorgesteld zijn: de republikeinse staatsvorm (een idee dat in de christen-democratie geheel verdwenen lijkt), het tegengaan van de cumul van bestuursposten, het omkeren van de neoliberale hervormingen van de voorbije decennia (dereguleringen, privatiseringen), bevoegdheden weer terugnemen van volstrekt ontransparante en ondemocratische supranationale instellingen, lokale bestuursniveaus dwingen om burgers bij hun beleid te betrekken. En dat alles kan pas bereikt worden met democratische, vreedzame sociale actie. Het document waarschuwt dan ook voor intimidatie vanwege staatsrepressie. Opvallend is dat er wordt gewezen op de noodzaak aan democratie in de 'drie peilers van de samenleving': naast overheid en bevolking, ook de economie. Economische democratisering, door onder meer sterker toezicht vanwege de democratische overheid op 'de markt', maar ook ruimte geven aan coöperatieve alternatieven voor het kapitalisme.

Wat 'democratie' betreft gaat dit document een pak verder dan we binnen de traditionele sociaal- en christen-democratie horen. Maar toch wel een paar suggesties: welke concrete stappen ziet het Priester Daensfonds mogelijk? De aanzet is er zeker, maar klinkt eerder voorzichtig. Participatieve democratie, betekent dat bijvoorbeeld het invoeren van referenda? Wijkvergaderingen? En welke rol spelen de media daarin, niet onterecht wel de 'vierde staatsmacht' genoemd? Democratisering van de media is, in een tijdperk van toenemende monopolisering enerzijds maar ook toenemende technische mogelijkheden anderzijds, een belangrijk vertrekpunt voor democratie in het algemeen.

 

Huisvesting

Huisvesting als hefboom voor welzijn, gezondheid en sociale cohesie, zo luidt de titel van het tweede hoofdstuk. En opnieuw steekt het document de sociaal- en christen-democratie van vandaag links voorbij. De publieke ruimte en de huisvesting mogen niet - zoals meer en meer het geval is - aan 'de vrije markt' worden overgelaten. Stadsvernieuwing is een sociaal gegeven, en mag niet aan de (speculerende) vastgoedsector worden overgelaten. Een sociaal woonbeleid mikt op 'stadsinbreiding' en wijkverdichting, met onder meer aanpak van de leegstand, tegengaan van ghettovorming, duurzame renovatie, recyclage van (bouw)materiaal en uiteraard meer sociale huisvesting. Dit alles ook binnen een lange termijnvisie die de aanpak van ecologische en klimatologische problemen vooropstelt. Het Priester Daensfonds stelt een voordelig krediet voor vanuit de banksector voor duurzame woningbouw. Wat ons inziens hier ontbreekt maar misschien eerder in het algemene economische luik hoort, is de mogelijkheid van het oprichten van een Vlaamse publieke bank die daarvoor ingeschakeld kan worden. De banksector zoals die vandaag bestaat is immers niet gericht op zo'n duurzame en sociale investeringen in vastgoed, enkel op het oppompen van nieuwe zeepbellen. 

Huisvestingspremies mogen de ongelijkheid niet aanscherpen, meent het Fonds. Woonbonussen zijn een slecht instrument, de middelen kunnen beter aan sociale huurwoningbouw besteed wonen. Daarvoor moet ook het landschap van huisvestingsmaatschappijen hervormd worden. Er dient één sociale huisvestingsmaatschappij te komen die een efficiënt beleid kan uitwerken (wij zouden dit opnieuw koppelen aan de oprichting van een publieke bank), en ook de wachtlijsten moeten gecentraliseerd worden. Verder stelt het document nog een aantal maatregelen voor zoals aansluiting bij het huurgarantiefonds, huursubsidies vanwege sociale verhuurkantoren voor mensen op een wachtlijst, een sociale begeleiding, wonen met ondersteuning voor meer kwetsbare mensen (bvb. met een handicap), en groepswonen. Misbruik in de woningmarkt, zoals huisjesmelkerij, moet hard aangepakt worden. Ook moet er werk worden gemaakt van een definitieve en structurele oplossing voor de daklozen, dat wil zeggen de mogelijkheid van permanente opvang. Bij deze nog een suggestie: daklozen hebben vaak het probleem dat ze niet aan werk geraken omdat ze geen vast domicilie-adres hebben. Een zuiver administratieve kwestie met verstrekkende gevolgen. Permanente opvang moet ook de mogelijkheid geven aan daklozen om een officiële domicilie op dat adres te verkrijgen, eventueel gekoppeld aan een actieve begeleiding in de zoektocht naar werk.

Ook openbare ruimte neemt een belangrijke plaats in in de visie van het Priester Daensfonds. In plaats van steeds meer grond tot bouwgrond te transformeren, is inbreiding en compacter wonen de weg naar een degelijk huisvestingsbeleid (wij zouden dit punt van inbreiding trouwens willen veralgemenen, denken we maar aan de havens).

Tenslotte durft het document het aan om te wijzen op het groeiende probleem van de sociale dumping in de bouwsector, waarbij goedkope werknemers (uit het buitenland, dus met een sterke taalhandicap) zwaar worden uitgebuit. Dit is ontoelaatbaar. Wij zouden hier opnieuw verwijzen naar de noodzaak van een publieke bank of investeringsfonds, dat in de statuten de verplichting opneemt enkel bouwbedrijven in te schakelen die in orde zijn met het arbeidsrecht (en waar dan ook controle op is).

 

werkgelegenheid

In het derde hoofdstuk gaat het document in op werkgelegenheid en fiscaliteit. Het PDF klaagt de evolutie van het ondernemerschap naar het moderne beurskapitalisme aan, dat niet langer is gericht op behoeftebevrediging maar op puur winstbejag. Een en ander hangt natuurlijk af van hoe men begrippen definieert. Vanuit een meer theoretische socialistische invalshoek zien we weinig nut in het onderscheiden van 'goed' en 'slecht' ondernemerschap, de huidige tendensen van het kapitalisme zijn wetmatigheden in dat economisch systeem die al door Karl Marx werden voorspeld. Binnen een economisch model van mondiale concurrentie is groei de voorwaarde om te overleven voor elk bedrijf, ongeacht eventuele persoonlijke voorkeuren en gevoelens van ondernemers. Maar het Daensfonds heeft wel overschot van gelijk als het de tendens naar 'virtualisering' van de economie aanklaagt. Van een economie die gebaseerd is op reële diensten en nijverheid is het kapitalisme aan het evolueren naar een economie van speculatie, waarbij de effectieve 'markt' waar, volgens aloude liberale theorieën, noden en aanbod samen komen van geen tel meer is. Het Priester Daensfonds mikt op een verantwoord ondernemerschap en een rechtvaardige fiscaliteit die deze virtuele economie weer aan banden legt. Alle belastingsconstructies die priviliges scheppen moeten aangepakt worden. Het document wijst er op dat kleine bedrijven vaak dubbel zoveel belastingen betalen als grote. Een onevenwicht dat zelfs naar klassiek-liberale normen als onrechtvaardig zou erkend moeten worden. De belastinglat (aftrekposten allerhande) en de patronale bijdragen dienen gelijk te zijn. Daardoor kan de belastingdruk op de gewone bevolking naar omlaag. Daarnaast moet rechtspraak weer gedemocratiseerd worden, dat wil zeggen dat het afkopen van een veroordeling of straf (een luxe weggelegd voor wie het geld daarvoor heeft) moet aan banden gelegd worden.

Het document is verder ook kritisch voor de niet-aflatende propaganda over te hoge loonkosten, en dat is toch ook wel uitzonderlijk vandaag de dag, waar een consensus over dit dogma lijkt te bestaan, en er amper wordt gekeken naar de vermogens. Een eerlijke fiscaliteit is van veel groter belang dan de zogenaamd te hoge loonkosten.

Het Priester Daensfonds ziet overigens een economische groeipool in de hernieuwbare energiesector. Energiecoöperatieven met lokale verankering zijn daarbij een hefboom. V-SB pleit wat dat betreft voor een vergaande hervorming of socialisering van de energiemarkt, met in de eerste plaats het weer hernationaliseren van de kerncentrales onder een nationale energiemaatschappij zodat de grote winsten die Electrabel (GDF-Suez) nu boekt kunnen aangewend worden voor een duurzaam energiebeleid. Verder moeten ook gemeentelijke overheden volgens het P.D.F. een tewerkstellingsplan opzetten rond de sociale economie, waar nog een grote groei mogelijk is.

Nog een aantal voorgestelde beleidsmaatregelen, die in ver vervlogen tijden hun weg naar de sociaal-democratie zouden gevonden hebben: ongelijkheid wegwerken tussen statutairen en contractuelen (oppassen dat dit geen nivellering naar beneden wordt!), de loonspanning drastisch beperken, vormen van medebeslissingsrecht in bedrijven (en coöperatieve bedrijfsvormen) promoten, het beperken van tijdelijke interimcontracten, het optrekken van de laagste vervangingsinkomens tot de armoedegrens, enz.

Bijzonder opvallend is dat het Priester Daensfonds ook oproept tot het vormen van een eenheidsvakbond, over de aan de drie 'traditionele' partijen verbonden zuilen heen. Gelet op de machtsverhoudingen in dit land zou dat een heuse syndicale revolutie betekenen.

En al even opvallend is dat het Priester Daensfonds kritisch is voor het monetair beleid van de Europese Centrale Bank, die al meerdere jaren de rente lager dan de reële inflatie houdt en daarmee een collectieve taks op de sparende bevolking heft.

 

Migratie

Het Priester Daensfonds zet zich af tegen "het afschuiven van onze samenlevingsproblemen op nog zwakkeren" en discriminatie van migranten. Maar anders dan we te vaak horen in brede 'progressieve' kringen gaat het om meer dan alleen maar een vermanende en moraliserende vinger naar 'het racisme'. Het neokolonialisme en de oorzaken van de grootschalige migratie moeten aangepakt worden, in plaats van de migranten zelf te viseren. "Eenieder moet in eigen land een waardig leven kunnen leiden", vat de visie eigenlijk nog het best samen. Dat impliceert immers sociale rechtvaardigheid op internationaal niveau, en het Priester Daensfonds koppelt dit meteen aan het pacifisme van de "nooit meer oorlog" eis van na de Eerste Wereldoorlog. De oorlogsindustrie moet aan banden gelegd worden en eventuele militaire interventies moeten strikt beperkt blijven tot humanitaire hulp en vredeshandhaving. Al moet natuurlijk wel opgemerkt worden dat juist dit de argumenten zijn van menige interventies van de voorbije jaren die net het omgekeerde hebben bewerkstelligd. Het Fonds koppelt migratiebeleid aan ontwikkelingssamenwerking, met als redenering dat uitsluiting en discriminatie ook 'ginder' moet aangepakt worden. Het versterken van de volkssoevereiniteit en de democratie in de landen van oorsprong van migratie kan de economische migratie beperken, zodat 'capabele' werkkrachten de lokale samenleving en economie kunnen uitbouwen. Maar dat geldt ook bijvoorbeeld voor vrije vakbondswerking.

Wat de migranten die hier zijn betreft, wil het fonds een tweerichtingverkeer. De overheid moet alle vormen van discriminatie tegen gaan en de rechten van migranten waarborgen, maar het integratiebeleid mag anderzijds niet vrijblijvend zijn: "de opleidingen Nederlands voor anderstaligen blijven te vrijblijvend, te weinig intensief, te kort en te veel versnipperd". Samenhangend met het internationaal beleid, moet asielbeleid er ook op gericht zijn "om een terugkeer naar het thuisland van een migrant een meerwaarde te geven". Een asielzoeker die naar zijn land terug trekt gewapend met een extra bagage aan opleiding, kennis en middelen zou inderdaad een onderdeel van 'ontwikkelingshulp' kunnen zijn dat lokale problemen beter aanpakt dan eender welke militaire interventie ooit zou kunnen bereiken. 

Het werkdocument heeft het verder nog over betaalbaar onderwijs en cultuur, mobiliteit, gezondheidszorg en geestelijk welzijn. Stuk voor stuk domeinen waar armoede zich heel hard en concreet kan laten gelden. Zoals gezegd is er geen apart hoofdstuk specifiek over armoedebestrijding, omdat het bestrijden van armoede immers een totaalverhaal is, een maatschappelijk probleem dat niet aan te pakken valt met een staatssecretaris extra maar dat veel dieper ligt, tot in de fundamenten van het maatschappelijk, politiek en economisch stelsel. Dit document van het Priester Daensfonds is op dat vlak alvast veel diepgaander dan de holle retoriek van de meeste politieke partijen in dit land. Het valt te hopen dat de brede sociale beweging het oppikt.

 

Alle info op http://www.daens175.be

De volledige brochure kan voorlopig gedownload worden van de site van SD&P in Aalst:

http://www.sdenp.be/wp-content/uploads/2014/11/De-eigenzinnige-kijk-van-het-Priester-Daensfonds-democratie.pdf