In links-flamingantische middens wordt terecht verwezen naar het stevig ingeplante links in de soevereinistische stroming van West-Europa. In Midden- en Oost-Europa ligt het wat onduidelijker. De eurokritische stromingen situeren zich daar ter rechterzijde die op haar manier aan die soevereiniteit vorm geven vanuit een conservatief cultureel wereldbeeld. Slovenië geeft een ander, inspirerender voorbeeld. Het kleine Slovenië, ooit de noordelijkste deelrepubliek van Joegoslavië, heeft altijd een wat aparte plaats ingenomen. Grenzend aan de zuidkant van de Alpen aan Oostenrijk, ten westen aan Italië en ten oosten aan Hongarije was het in de tijd van de SFR Joegoslavië onder J.B. Tito de welvarendste regio. Het was een gekende toeristische trekpleister en een doortochtregio voor wie de Balkan en het zuidoosten van Europa opzocht. Wie kent niet de grotten van Postojna, de meren van Bled en Bohinj, de wereldberoemde stoeterij van de Lippizanerpaarden in Lipica,…? Het Sloveense Bevrijdingsfront was gedurende de oorlog één van de belangrijkste steunpilaren van het anti-Duits verzet van J.B. Tito en de zijnen. Het Sloveense Bevrijdingsfront steunde op een brede democratische basis: het bestond niet enkel uit communisten, maar er speelden allerlei andere groepen uit wat we vandaag zouden noemen ”het sociaal middenveld” een belangrijke rol in het anti-naziverzet.. Zoals christendemocraten, agrarische populisten, scouts, intellectuelen,… De militaire tak van het Bevrijdingsfront was ondergeschikt aan de civiele leiding van het Front.
Deze deelstaat heeft in de jaren negentig van vorige eeuw weinig te lijden gehad bij het uiteen vallen van Joegoslavië. Immers, zijn economische en culturele relaties waren vnl. op Centraal- en West-Europa gericht; hij lag ver van de bloedige oorlogsgebieden van de Balkan in Servië, Bosnië en Kosovo. Wel moeten een aantal schermutselingen vermeld worden tussen het Joegoslavische leger en de Sloveense milities bij de onafhankelijkheidsverklaring in 1991 (die schermutselingen duurden 10 dagen – er vielen 79 doden – en werden beëindigd met een akkoord). De kleinschaligheid van Slovenië met zijn 2 miljoen inwoners, op een oppervlakte van 20.000 km2 (Vlaanderen: 13.682) vormde geen beletsel voor een vlugge erkenning door de EU van Slovenië als onafhankelijke staat (15 januari 1992) en later toetreding tot de EU, de Navo (2004) en de eurozone (2007). Ook hier wenkten bloeiende landschappen zoals ooit kanselier Helmut Kohl over de ex-DDR vertelde bij de annexatie ervan door de Duitse Bondsrepubliek. Maar het verliep anders voor Slovenië. De gekende EU-recepten werden doorgevoerd, met een centrumrechts beleid. Maar dit beleid, met oud premier Janez Janša maakte het zo bont dat hij vorige maand twee jaar cel kreeg voor corruptie. Kort voor de parlementsverkiezingen begin juli jl. ontstond een centrumlinkse partij onder de leiding van de jurist en partijleider Miro Cerar. Hij had als jonge jurist meegewerkt aan de opstelling van de Sloveense grondwet twintig jaar geleden. De verkiezingen begin juli jl. betekende een klinkende overwinning voor hem en zijn partij. De Slovenen zijn de corruptie beu en willen ook een ander beleid. Volgens waarnemers gaat Cerar samenwerken met de gepensioneerdenpartij Desus, samen met Verenigd Links. Die coalitie heeft een comfortabele meerderheid. Interessant daarbij is de vaststelling dat het centrumrechts beleid het landje bijna in Griekse toestanden deed buitelen. De overheid diende in 2013 3,2 miljard te pompen in de banksector om te vermijden dat het land onder internationale voogdij zou komen. In 2013 liep het begrotingsdeficit op tot 15% van het bbp. Natuurlijk kwamen dan de onvermijdelijke besparingsrecepten van de EU en cs. Miro Cerar zal op de rem gaan staan inzake antisociale besparingsmaatregelen. Cerar beging ook in de ogen van de neoliberale scherpslijpers een ernstige zonde. Hij voerde campagne tegen de privatisering van overheidsbedrijven. Volgens Cerar kunnen kleinere bedrijven geprivatiseerd worden, maar moeten ‘strategische’ ondernemingen zoals de grootste telecomoperator en de luchthaven in handen van de overheid blijven. Verenigd Links legt niet alleen de nadruk op nationaliseringen, maar ook op arbeiderszelfbeheer binnen de nationaal gebleven bedrijven. Of hoe ook binnen Europees radicaal-links de nationale geschiedenis een rol speelt (cfr. het titoïstische, zelfbeherende socialisme). Is het toeval dat Verenigd Links zich ook eurokritisch uitlaat? Er kondigt zich hier een gevecht aan met de EU-moloch. De eigenzinnige Cera en zijn bondgenoten stellen, ondanks EU-, euro- en NAVO-lidmaatschap, het nationaal Sloveense belang voorop. Dat is hoopvol en verdient aandacht en aanmoediging.
Miel Dullaert