Op 18 september kregen de Schotten de kans om zich uit te spreken over de toekomst van hun land: een onafhankelijk land worden of een noordelijk aanhangsel van de Britse staat blijven. Dit referendum werd door de Schotse eerste minister Alex Salmond in 2011 aangekondigd. De Conservatieve Britse premier stemde uiteindelijk in met het referendum: Londen was er immers van overtuigd dat het no-kamp het referendum met de beide vingers in de neus zou winnen, en dat zou dan een aanleiding zijn om de Schotse roep naar zelfbestuur voor eeuwig en èèn dag in de koelkast te stoppen.

Door de enorme inzet van Schotse burgers in de campagne groeide de steun voor het yes-kamp, en een peiling die aangaf dat een nipte meerderheid van Schotland zou kiezen voor vrijheid zorgde voor een schokgolf.

Ondanks dat de grootste partij binnen het yes-kamp (de centrum-linkse SNP) helemaal geen revolutionair invulling geeft aan die Schotse onafhankelijkheid, blijkt de idee van Schotse onafhankelijheid en het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk een revolutionair gegeven te zijn.

De Europese Unie, de voornaamste motor van liberaliseringen en privatisering van openbare diensten, die het kader vormt voor een totale ontmanteling van de welvaarstaat, waarschuwde voor het onheil dat de Schotse onafhankelijkheid met zich mee zou brengen. Manuel Barosso, Herman Van Rompuy,... waarschuwden de Schotten dat ze hen na de onafhankelijkheid totaal zouden isoleren. "Het zelfbeschikkingsrecht der volkeren zou de Europese Unie totaal onwerkbaar maken", waarschuwde de liberale uittredende EU-commissaris Karel De Gucht. Binnen de instellingen van de EU was men tevens bevreesd dat een yes voor Schotland zou betekenen dat het anti-EU-kamp (dat traditioneel in Engeland sterker staat dan in Schotland) de bovenhand zou halen en het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zou ontsnappen.

Ook in de kantoren van de NAVO hield men bang de adem in. Schotse onafhankelijk zou een demper zetten op de militaire slagkracht van het Britse leger, de trouwste bondgenoot van de VS binnen de NAVO. Immers, wat zou er gebeuren met de kernduikboten in het Schotse Faslane? Voor veel Schotten èèn van de reden om voor onafhankelijkheid te stemmen: ze willen die gruwelijke massavernietgingwapens weg uit hun Schotse wateren. Als de Schotten er via onafhankelijkheid zouden in slagen de kernwapens uit Faslane weg te krijgen, zou dat ook binnen Vlaanderen, Nederland en Duitsland het debat kunnen aanzwengelen om de kernwapens weg te halen uit Kleine Brogel, Vonkel en B¸chel.

Ook de banken stuurden onheilsberichten de wereld in dat een onafhankelijk Schotland desastreus zou zijn (toch voor hen en hun financiële belangen). De Royal Bank of Scotland dreigde ermee naar Londen te verhuizen als de Schotten in meerderheid zouden kiezen voor onafhankelijkheid.

Het is duidelijk: Schotse onafhankelijk is een revolutionair gegeven omdat het allehande bestaande machtsevenwichten en neoiberale en militaristische structuren aantast. En dat wilden de gevestigde machten (niet alleen in Londen, maar zeker ook op wereldschaal) koste wat het kost vermijden.

 

Hetzelfde geldt voor België en Vlaanderen.

De Europese Unie heeft het gros van haar instellingen gevestigd in de hoofdstad van Vlaanderen en van de Belgische staat. België behoort tot de zes stichtende leden van de toenmalige EGKS. België wordt ook veelal als lichtend voorbeeld voor de Europese Unie gehouden. Hoe vaak horen we niet: "Als men in BelgiÍ nog geen eensgezindheid kan vinden, hoe gaat het dan in de Europese Unie lukken"?

Het uiteenvallen van de staat België zou een enorme slag toebrengen aan de neoliberale Europese Unie.

België huisvest het politieke hoofdkwartier van de NAVO (in Evere) alsook het militaire hoofdkwartier van de NAVO (in Bergen). België behoort tot de stichtende leden van deze militaristische aanvalsmacht. Het uiteenvallen van België zou instabiliteit veroorzaken binnen de NAVO.

Tijdens de regeringscrisis van 2010-2011 waarschuwden de zogenaamde "de markten" (lees: de financiële elites) voor het enorme onheil dat er te wachten zou staan als men in België geen regering zou kon vormen. Uiteraard vreesden zij vooral hun eigen financiële belangen. Het uiteenvallen van België, en de Vlaamse en Waalse onafhankelijkheid zou een nog veel grotere klap betekenen voor deze financiële elites.

Zelfs al heeft de grootste partij voor Schotse onanfhankelijkheid (SNP) geen revolutionair programma, toch heeft de radicale linkerzijde van Schotland begrepen dat zij met de Schotse onafhankelijkheid een revolutionaire situatie creëert en een enorme slag toebrengt aan de elites die de emancipatie van de werkende bevolking in de weg staan (EU, banken, NAVO,...).

Hetzelfde geldt voor Vlaanderen. Zelfs al is de rechterzijde dominant binnen de huidige Vlaamse beweging, toch dient de hele anti-kapitatlistische linkerzijde de eisen voor Vlaamse onafhankelijkheid om dezelfde reden te steunen.