Het gerucht deed al langer de ronde, maar 21 maart 2013 is voor de Koerden een wel heel speciale Newroz geworden. Niet alleen het begin van een nieuw jaar, maar misschien een volledig nieuw begin voor de Noord-Koerden, een lang verwachte Koerdische lente?

Zoals velen verwachtten en hoopten maakte Abdullah Öcalan, de gevangen PKK-leider die al 14 jaar in eenzame opsluiting zit op het Turkse eiland Imrali, van de Koerdische nieuwjaarsdag gebruik maakt om zijn volk toe te spreken en op te roepen om mee te bouwen aan de weg naar een duurzame vrede in samenwerking met de Turkse staat. Een paar miljoen Koerden waren getuige van hoe een Koerdische politica en een Turkse politicus in Amed een brief van Öcalan voorlazen, gericht aan beide volkeren.

Deze oproep is zonder meer historisch te noemen. Hoewel de pers vooral berichtte dat Öcalan opriep tot een officieel staakt-het-vuren van de Koerdische guerrillastrijd, valt het op dat hij deze term niet gebruikt in zijn oproep, evenmin als de woorden 'wapenstilstand' of 'vredesbestand'. Zijn discours was veeleer filosofisch getint, maar de inhoud kan niet dubbelzinnig geïnterpreteerd worden.

Zo loofde hij de grote geschiedenis van zijn volk en de strijd die het gevoerd had om haar eigen identiteit te behouden en riep hij op om aan een nieuw tijdperk te beginnen, los van de gewapende strijd en met het oog op een democratische politiek met de nadruk op het politieke, sociale en economische. Hij heeft dan ook een volledig nieuwe strijd voor ogen, waarin politiek het haalt van wapens en riep de Armeniërs, Turkmenen, Assyriërs, Arabieren en alle andere volkeren op om dezelfde weg in te slaan.

Ook riep hij de Turken op om het bestaan van de Koerdische natie te erkennen en samen vorm te geven aan een gemeenschappelijke toekomst waarin geen plaats meer mag zijn voor onderdrukking of assimilatie. “Het repressieve, vernietigende en assimilerende beleid van de afgelopen eeuw, gebaseerd op kapitalistische moderniteit, is de uiting van de inspanningen van een leidende elite om een lange geschiedenis van vriendschap te ontkennen. Ze vertegenwoordigen niet de wil van het volk.” Hij beschouwt de Koerden en Turken als de twee strategische machten van het Midden-Oosten die samen een democratische toekomst zouden moeten opbouwen.

 

Wat brengt de toekomst?

Het is reeds langer gekend dat Öcalan en de PKK (Arbeiderspartij van Koerdistan) de idee van een onafhankelijk Koerdistan hebben vervangen door een voor hen op korte termijn realistischer confederaal project, waarin Noord-Koerden binnen de Turkse staat een verregaande autonomie krijgen waarin hun taal en cultuur behouden blijft. Ook in zijn Newroztoespraak uit Öcalan de hoop om tot deze constructie te komen in samenwerking met de Turken, met wie hij een bondgenootschap wil aangaan met zicht op een gezamenlijke toekomst. Een volledige ommekeer in zijn denken na een radicale guerrillastrijd van bijna 30 jaar. Volgens verschillende politieke analisten is Öcalan van mening dat de gewapende strijd zijn grenzen bereikt heeft en reikt hij daarom de hand naar de Turkse staat. Anderzijds zou de eenzame opsluiting van veertien jaar waarin hij zo goed als geen contact had met de buitenwereld ook een impact gehad kunnen hebben op zijn visie en denken. Sinds het voorzichtige begin van de onderhandelingen enkele maanden geleden, is zijn gevangenisregime dan ook in positieve zin veranderd. Ook de Turkse premier Erdogan zou beseffen dat het tienduizenden doden later zo niet langer verder kan aangezien zijn jarenlange strijd tegen de PKK deze laatste niet verzwakt of ingetoomd heeft, wel integendeel. Bovendien zou hij vrezen om een destabilisatie van het zuidoosten van Turkije in het licht van de toenemende macht van de PYD (Koerdische Democratische Partij) in West-Koerdistan, op het Syrische grondgebied, en de verregaande autonomie die Koerden bezitten in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak). Bovendien lijdt het geen twijfel dat elke Turkse opening naar het Westen zo goed als zinloos is zonder dat eerst de problemen in verband met de mensenrechten op zijn grondgebied grondig aangepakt worden. Wat de echte reden ook mag zijn, het ziet ernaar uit dat Erdogan eveneens een einde wenst te maken aan het slepende gewapende conflict.

Öcalans oproep is echter geen garantie op een duurzame vrede met de Turkse staat en op meer Koerdische rechten en vrijheden. Welke vorm een verdere autonomie zou kunnen aannemen, is voer voor verdere onderhandelingen. Zo ging Öcalan niet in op hoe hij een (meer) autonoom Noord-Koerdisch gebied ziet. Ook is de Turkse publieke opinie nog steeds volledig gekant tegen de Koerdische verzetsleider, die ze als een terrorist beschouwt verantwoordelijk voor het doden van duizenden landgenoten. Premier Erdogan zal zich op glad ijs moeten begeven door op zoek te gaan naar een compromis tussen de Koerdische eisen voor meer autonomie en de Turkse publieke opinie. Bovendien is het nog niet zeker welke beslissing hij zal nemen voor wat betreft de vele duizenden Koerdische politieke gevangenen die omwille van hun overtuiging of cultuur en vaak zonder enige vorm van bewijsmateriaal of proces in de cel zijn beland. Hun vrijlating of zeer verregaande toegevingen omtrent hun situatie lijken noodzakelijk wil Erdogan vrede een ernstige kans geven.

Vanuit Koerdische kant blijkt de bereidwilligheid alvast groot. Zowel Murat Karayilan, de militaire leider van de PKK, als de KCK (Unie van Gemeenschappen in Koerdistan), de pan-Koerdische organisatie die de Koerdische belangen behartigt, hebben hun steun aan de rebellenleider uitgesproken en kondigden een staakt-het-vuren af, zolang er zelf geen nieuwe aanvallen tegen hen gericht worden. Hiermee lijkt de stem van de Koerdische opinie gewonnen.

Öcalans oproep is veel meer dan een louter staakt-het-vuren. Het is een oproep voor vrede en samenwerking met de Turkse staat, in de hoop samen een toekomst uit te bouwen op weg naar welvarendheid en democratie. Hoe Turkije deze oproep ziet en hoe ver het wil gaan om deze vrede vorm te geven, zal de komende maanden moeten blijken uit de onderhandelingen. De Koerden hebben momenteel immers nog niets gewonnen…