Op 8 mei j.l. werd in Dendermonde de rechtzaak tegen 11 milieu-activisten ingeleid (maar even snel uitgesteld tot 15 januari 2013). Een jaar eerder namen 500 milieu-activisten onder de koepel 'Field Liberation Movement' deel aan een actie tegen een testveld voor genetisch gemanipuleerde aardappelen.
In een actie van burgerlijke ongehoorzaamheid (waarbij men de wet overtreedt om zo een groter misdrijf te verhinderen) werden een reeks GGO-aardappelen uitgetrokken om te vervangen door traditioneel geteelde varianten.
Uit deze 500 activisten werden 11 mensen geselecteerd die vandaag terecht staan, niet enkel op beschuldiging van het uittrekken van aardappelplantjes, maar van diefstal, slagen en verwondingen en zelfs bendevorming!
Een honderdtal sympathisanten trok daarom naar de rechtbank van Dendermonde. Niet alleen als steun aan de elf beschuldigden, maar tevens met de boodschap “Ik hoor er ook bij”. T-shirts met deze slogan maakten duidelijk dat, als deze elf mensen moeten terecht staan voor “bendevorming”, dat de rechtbank dan heel veel “bendeleden” zal moeten veroordelen. Niet enkel de elf beschuldigden, niet enkel de 500 andere activisten in Wetteren vorig jaar, maar iedereen die op een of andere wijze steun of sympathie verleent aan dit doel (door een benefietetentje bij te wonen, door het bijwonen van de verschillende info-avonden die georganiseerd werden, etc...).
Op veel steun van de media of de tradionele politieke partijen hoeft het F.L.M. niet te rekenen (de enige politicus die zijn nek durft uit te steken in deze zaak, is groen Europees parlementslid Bart Staes). In media en parlementen werd de actie al snel eenzijdig gecatalogeerd als fundamentalistisch, onwetend en zelfs terroristisch. Niet tegenstaande dat ook verschillende wetenschappers hun bezorgdheid uitten omtrent het testveld voor GGO's in Wetteren en zelfs deelnamen aan de actie van burgelijke ongehoorzaamheid in 2011, werd de hele strijd tegen de GGO-proeven unisono in de tradtionele media gebrandmerkt als anti-wetenschappelijk en anti-vooruitgang.
Vreemd, aangezien ook de Adviesraad voor Bioveiligheid (die de Vlaamse overheid in deze materies adviseert) intern verdeeld was over de vraag of d bioveiligheid in het gedrang kwam door de GGO-proeven. Uiteindelijk stemde een meerderheid binnen de Adviesraad in met de GGO-test, maar formuleerde een aantal veiligheidsmaatregelen (die wel systematisch genegeerd werden). Ook omtrent een volgende GGO-proef (ditmaal van genetisch gemanipuleerde mais) is de Adviesraad voor Bioveiligheid intern verdeeld, en stelt vragen bij de wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van deze proef. Wetenschap is geen neutraal gegeven. Wetenschap is geen synoniem voor vooruitgang. De vraag zou eerder moeten zijn: op welke manier wend je wetenschap aan om een betere samenleving op te bouwen? In wiens belang?
Het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie), een samenwerking tussen de Vlaamse overheid (die zorgt voor een jaarlijkse financiering van 43 miljoen euro) en vier Vlaamse universiteiten, werk nauw samen met bedrijven als Bayer en BASF. Ook het testveld voor genetisch gemanipuleerde aardappelen in Wetteren, was een samenwerking tussen het VIB, de UGent, Hogeschool Gent, ILVO (het Instituut voor Landbouw en visserij van de Vlaamse Overheid) en chemiebedrijf BASF. Dergelijke nauwe verwevenheid tussen bedrijfsleven en universiteiten is tevens nefast voor de onafhankelijkheid van het onderwijs, en dreigt het onderzoek vooral de belangen te dienen van de chemiebedrijven waarmee men samenwerkt.
Dat niet de belangen van de consument, of van de kleine boer, laat staan de natuur, centraal staan, wordt al snel duidelijk. Bayer Crop Science (oorspronkelijk opgericht onder de naam Plant Genetic Systems door UGent-professor Marc baron Van Montagu en Jeff baron Schell, en nadien opgekocht door de Duitse chemiereus Bayer), met wie het VIB nauw samenwerkt, ontwikkelde zo planten die resistent zijn aan glufosinaat. Glufosinaat is een krachtige herbicide die onder de naam Basta op de markt wordt gebracht door... Jawel, moederbedrijf Bayer.
Het debat rond deze materie (of eerder: het gebrek hieraan in de traditionele media) gaat over meer dan enkel pro of contra genetische manipulatie. Het gaat over de vraag hoe we kijken naar landbouw en voedselproductie. Willen we als maatschappij een greep houden op de manier hoe ons voedsel geproduceerd wordt? Of willen we de speelbal worden van enkele grote chemische en agro-industriele spelers?
Willen we een onderwijs dat instaat voor de opleiding van onze bevolking? Of willen we een onderwijssysteem dat enkel de belangen van de industriële bedrijven behartigt? Waar onderzoek louter een commercieel belang heeft en waar studies niets meer zijn dan de aanloop naar een professionele carriere? En willen we een democratie waar mensen het recht hebben te protesteren? Of willen we een maatschappij waar iedere vorm van protest gecriminaliseerd wordt?