Onder zware druk van de 'trojka', het triumviraat van de Europese Centrale Bank, de Europese Unie en het IMF, keurde het Griekse parlement in februari met nipte meerderheid het zoveelste loodzware besparingsplan goed dat de regering van eerste minister Papadimous moet doorvoeren om een nieuwe schijf van financiële 'steun' te krijgen van deze drie. De besparingsplannen liggen heel gevoelig, de oppositie schoot met scherp - er staan verkiezingen op het programma in april. Maar de scherpste oppositie klonk niet in het parlement zelf maar net buiten het parlement, waar op die dag (ook voor de zoveelste keer) een massa volk betoogde. Beelden van brandende gebouwen en zware rellen gingen de wereld rond. Beelden die in zekere mate deden denken aan de 'Arabische lente' van een goed jaar geleden. Is de gelijkenis terecht? De houding van de mainstream-pers en de gevestigde politiek in Europa laat een heel hypocriete agenda zien.

Opvallende gelijkenis tussen de Arabische lente en de Griekse woede is dat ze beiden gericht zijn tegen regeringen geleid door partijen uit de sociaal-democratische kring. We herinneren de lezers er aan dat zowel Moebarak (Egypte) als Ben Ali (Tunesië) tot nà het uitbreken van de volksopstanden met hun respectieve partijen tot de internationale koepelorganisatie van sociaal-democratische partijen behoorden - die waar ook 'onze' sp.a en PS toe behoren. De Griekse regeringspartij PASOK, die vandaag de drijvende kracht is achter de uitvoering van het meest liberale beleid dat Europa in lange tijd gezien heeft, behoort evenzeer tot die strekking. Het failliet van de sociaal-democratie kan niet beter blijken. Opvallend verschil met de Arabische lente is dan weer dat die Arabische opstanden uiteindelijk schoorvoetend werden toegejuicht door de Europese politieke wereld, die begrepen had dat de tijd van de bevriende dictators voorbij was en er nieuwe politieke banden moesten gesmeed worden (in Libië voelde Europa zich zelfs zelfzeker genoeg om zich rechtstreeks te gaan moeien). Dat is heel anders in Griekenland: hier blijft het heten dat de regering van Papadimous democratisch legitiem is – een referendum werd evenwel onder Europese druk afgeblazen - en dat zijn besparingsbeleid een rationeel en noodzakelijk beleid is - de opstandige bevolking moet hard aangepakt worden.

De 'hulp' aan Griekenland die de trojka wil geven in ruil voor de harde neoliberale hervormingen kan eigenlijk nog het best omschreven worden als een Trojaans paard, om het in Griekse terminologie uit te drukken. Het grootste deel van dat geld zou immers niet naar Griekenland zelf gaan, maar naar de Europese banksector. In de publieke opinie wordt het vaak voorgesteld alsof de crisis de schuld is van de corrupte en luie Grieken. Het klopt dat er in Griekenland een grote mate van corruptie is - een probleem waar zeker iets aan gedaan moet worden - maar daar gaat het eigenlijk niet om in deze crisis. De aanwezigheid van corruptiepraktijken is slechts het excuus om de Europese bevolking niet te argwanend te laten worden. In feite is Griekenland niets anders dan een 'ground zero', het proefterrein van het nieuwe Europa dat de politieke en financiële elite heeft uitgedokterd en dat verder gaat dan waar Margaret Thatcher ooit van kon dromen. De agenda van ECB, EU en IMF is niet die van 'financiële stabiliteit': mocht dat zo zijn dan hadden ze de banksector zelf aangepakt. Net het omgekeerde is het geval: de banksector profiteert mateloos van instabiliteit. Zware besparingen en heel volatiele markten zijn ideaal voor speculatie. De handelspraktijk van de banksector bestaat er in zeer grote risicos te nemen - zonder zelf het risico te dragen; dat doet de gemeenschap.

De besparingen in Griekenland werken trouwens ook niet: de economie boert steeds meer achteruit, de werkloosheid stijgt. Zelfs IMF-topvrouw Christine Lagarde moest al toegeven dat de besparingsmaatregelen lang niet het gewenste resultaat hebben (voor wat we dan onder 'gewenst' zouden moeten verstaan). Maar dat houdt de Europese elites niet tegen, zij voeren zelfs de druk op. Aangestuurd door de financiële elite (onder meer Deutsche Bank), oefent de Duitse bondskanselier nu zware druk op Griekenland uit om 'fiscale inspecteurs' toe te laten die boven elke soevereiniteit van het land - en van de wetgevende macht - komen waken over het financieel beleid, dat wil zeggen een haast totale liberalisering door te voeren en het land zowat uit te verkopen.

Welke oplossingen zijn er voor Griekenland? Een uitstap uit de euro klinkt steeds vaker als oplossing. Dat zou zeker een deel van de oplossing kunnen zijn, maar kan ook zwaar tegenvallen als dit gebeurt op de voorwaarden van 'Europa'. Het herinvoeren van de drachme zou neerkomen op een erkenning van het failliet van de Griekse staat. Een heleboel van de staatsschulden bij Europese en Amerikaanse banken zouden dan afgeschreven moeten worden. Dat zou een kettingreactie kunnen veroorzaken, zeker als landen als Ierland en Spanje en misschien zelfs Italië volgen. Als Griekenland de uitstap uit de euro doet onder Europese 'begeleiding' zou dat wel eens gekoppeld kunnen worden aan een reeks voorwaarden die de situatie alleen maar erger maken: Griekenland zal een hoop nationale bezittingen moeten verkopen om een kettingreactie te vermijden. Dan zou Griekenland niets meer bezitten en opgescheept zitten met een eigen munt die dan niets meer waard is. De Griekse regering zou zich genoodzaakt zien steeds maar drachmes bij te drukken om een cascade aan binnenlandse (én buitenlandse) faillissementen het hoofd te bieden, wat tot een ernstige hyperinflatie kan leiden - en daar heeft Europa al nare ervaringen mee gehad.

Anderzijds, binnen de eurozone blijven is voor Griekenland in de huidige omstandigheden ook zo goed als zeker een enkeltje richting bankroet. Dan misschien niet zozeer in financiële zin - Duitsland en Frankrijk zullen blijven geld pompen in hun bedreigde banken - maar wel in politieke en maatschappelijke zin. Het land wordt dan een de facto kolonie van de twee dominante lidstaten van de EU.

Griekenland zit hiermee in een 'catch 22'-situatie: er is geen enkel vooruitzicht meer om nog uit de crisis te geraken, noch binnen noch buiten de euro. De onderliggende financiële structuren blijven immers ongewijzigd; het land overleeft enkel omdat andere landen vrezen voor een ineenstorten van hun eigen banken. De eerste stap die Griekenland moet nemen is dan ook een uitzuiveren van die banksector zelf - zoals in IJsland momenteel met enig succes wordt geprobeerd. Initieel zal een nieuwe openbare Griekse staatsbank in de euro moeten blijven functioneren, maar daarmee zal het land wel een middel in handen hebben om de nationale rijkdommen en het spaargeld van de Griekse bevolking in eigen handen te houden. Uiteraard moet dan ook wel de corruptie aangepakt worden. Pas wanneer Griekenland weer voldoende controle heeft over de eigen rijkdommen kan het werken aan een overstap naar de eigen drachme. Bij dit alles moet wel de bedenking geplaatst worden dat met de oprichting van de staatsbank Griekenland zichzelf al half in de Europese illegaliteit zal plaatsen, wat zeker scherpe reacties zal uitlokken.

 

Griekenland kan dit niet alleen, het zal de steun nodig hebben van andere landen. Initieel kan Griekenland wellicht steun vinden bij (opkomende) grootmachten in de wereld (zoals China en Rusland) maar zal daar wel een prijs voor moeten betalen. Een beter scenario zou echter zijn dat meerdere landen van de EU tegelijk aan soortgelijke plannen beginnen werken. Vlaanderen zou daar ook een rol in kunnen spelen. Wanneer verschillende staten buiten de EU om en vanuit hun positie als soevereine staten een nieuw economisch en monetair verdrag afsluiten zouden ze veel sterker staan in de strijd tegen de eurocratische Goliath. Dat veronderstelt echter dat in meerdere landen ook een beweging op gang komt die zo'n radicale hervorming voorstaat én daarrond internationaal samenwerkt. Een ieder-voor-zich scenario zou rampzalig kunnen uitpakken. "Soevereiniteit en solidariteit" en "Een ander Europa is nodig" zijn dan ook meer dan slogans: ze zijn een bittere noodzaak geworden.