België: land van onveilig werken 

Ter gelegenheid van de dag van de arbeid op 1 mei richten wij onze aandacht op de omstandigheden waarin de menselijke arbeid moet verricht worden. We gaan er immers van uit dat menselijke arbeid nog altijd de bron is van de creatie van rijkdom en welzijn in de samenleving. De voorbije dertig jaar hebben we een permanente degradatie van de menselijke arbeid plaats meegemaakt. Onder de neoliberale pletwals vond een omgekeerde herverdeling van de inkomens plaats: van arbeid naar kapitaal,waarin het casinokapitalisme floreerde en ons leidde naar de grote bankencrisis van 2008, waarvan de werkende bevolking nog lang de gevolgen zal dragen als de machtsverhoudingen tussen kapitaal en arbeid niet omgekeerd worden. De dereguleringen  en flexibilisering van de arbeidsmarkt leidt tot de working poor. Terwijl onbeschaamd bonussen worden uitgekeerd aan bankiers en de winsten voor vele bedrijven fenomenaal zijn, wordt soberheid gepredikt voor de werkende bevolking die volgens het  laatste Interprofessioneel Akkoord (IPA) haar lonen gedurende de komende twee jaar met niet meer dan 0,3% mag zien stijgen en daarbij nog eens de index wordt in vraag gesteld die de koopkracht van de werknemers moet verzekeren. 

28 april was de Werelddag voor veilig en gezond werk. Wereldwijd gedenken de vakbonden de slachtoffers van arbeidsongevallen. De vakbonden zijn de belangrijkste motor in de strijd voor veilig en gezond werk. Hoewel onze vakbondstoppen blijven zweren bij het Belgische regime, heeft dit regime, ondanks hun actie, er niet veel van terecht gebracht, en ook niet de politieke vrienden van de syndicale wereld.

In 2009 werden 32.000 inspecties verricht. Daarbij werden in 54% van de gevallen overtredingen vastgesteld. In dat jaar waren er in de privé sector 127 dodelijke arbeidsongevallen en 15.891 slachtoffers die voor het leven gehandicapt zijn. Maar…er werden slechts 79 boetes betaald voor inbreuken op de wetgeving arbeidsveiligheid (ter vergelijking: in 2009 werden er 3 miljoen verkeersboetes uitgeschreven).

Het is slecht gesteld met de arbeidsveiligheid in België, zeggen de vakbonden zelf. Twee werkdagen op drie sterft er iemand aan een arbeidsongeval in België. In de officiële cijfers wordt dan nog geen rekening gehouden met risicobedrijven in de overheidssector zoals de NMBS, het leger, huisvuilophaaldiensten,… die met jaren vertraging gepubliceerd worden. Daarbij wordt geschat dat 2/3e van de arbeidsongevallen niet worden aangegeven.

Vooral in cowboyondernemingen voor 99% kmo’s bestaat het grootste risico op arbeidsongevallen. Welke beroepen scoren het hoogst? Bouwvakkers, assemblage arbeiders, bestuurders van heftrucks, gezinshelpsters, laders en lossers in de transportsector scoren hoog. In België tellen we 1 arbeidsinspecteur op 22.000 werknemers en bevindt zich daarmee op het niveau van de ontwikkelingslanden. Wanneer je in het verkeer de wet overtreedt, bijv. een te hoge snelheid, dan betaal je een boete waar geen rechter aan te pas komt. Bij overtredingen inzake welzijn op het werk, gaat het andersom: daar moet een hele juridische procedure gevolgd worden vooraleer een boete of straf kan worden opgelegd.

 

De bredere context 

Een onafhankelijk Vlaanderen betekent nog niet automatisch meer veiligheid en gezondheid op het werk. Maar veel slechter kan het niet. De mate waarin dit Vlaanderen ook beter zal zijn, zal in grote mate afhangen van wat wij als linksen in Vlaanderen doen. Twee vragen stellen zich. Ten eerste of we de opbouw van Vlaanderen aan rechts overlaten, en daarmee van het rechtse Vlaanderen een self fulfilling prophecy maken, dan wel of we de pogingen van rechts om het streven naar een oplossing van de nationale kwestie te monopoliseren zullen aanvechten. Ten tweede in welke mate we het aandurven om de huidige sociaal-economische bestel durven aanvechten, of, omgekeerd, de premissen ervan aanvaarden, zoals de sociaal-democratie helaas besloten heeft te doen. Want, laat ons wel wezen, de illusie van een ‘menselijk’ kapitalisme is met de neergang van de keynesiaanse welvaartstaat ondergraven, en de rauwe achterliggende mechanismen waarop dit systeem is gebaseerd, komen steeds scherper naar boven. Niemand kan nog naast de patronale aanvallen in Europa – het IPA, de dictaten aan Ierland, Griekenland en Portugal,... - kijken. De gehele politieke elite, van sociaal-democraten tot rechtse nationalisten, kijkt niet enkel toe, maar werkt actief mee om de door harde strijd afgedwongen rechten te ondergraven, en durven dit soms zelfs progressief te noemen.

De realiteit is dat in een stelsel, gebaseerd op de loutere vermeerdering van de privé-winsten, de behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking van geen tel zijn. In naam van de economische groei en bloei worden deze gewillig opgeofferd: langer werken voor een lager loon en een lagere arbeidszekerheid is het Europese mantra, en wereldwijd lijden 950 miljoen mensen honger en sterven jaarlijks zes miljoen kinderen jonger dan vijf door ondervoeding. Nochtans wordt er genoeg voedsel voor iedereen geproduceerd, en is ook de productie van andere goederen de afgelopen decennia enkel gestegen.

 ·  De lonen zijn in verhouding in waarde gedaald, meer mensen staan op de rand van precariteit en arbeidsongevallen zijn schering en inslag.

·  De economische en sociale positie van vrouwen wordt nog steeds niet tenvolle gewaardeerd, nog steeds zijn hun lonen lager en arbeidsvoorwaarden minder zeker dan die van mannen.

·  Er is nog steeds geen antwoord gekomen op de economische en sociale situatie van jongeren, gepensioneerden, nieuwkomers...

·  Het recht op een degelijke woning is nog steeds geen basisrecht dat afgedwongen kan worden.

·  De landbouw en visserij zijn vernield, kleinhandelaars worden opgekocht door ketens; in de transportsector worden werknemers nog altijd uitgebuit...

·  Openbare diensten worden geprivatiseerd en onderwijs is handelswaar geworden.

·  Duizenden hectaren oppervlakte liggen vol cement; bomen, parken, dorpen moeten verdwijnen...

Er is geen andere optie dan te ijveren, hoe moeilijk ook, voor een ander sociaal-economisch stelsel, met als voornaamste ordewoorden o.m. de uitdieping en uitbreiding van de democratie, ook op economisch vlak (d.w.z. socialisering van de productiemiddelen en m.b.t. de verdeling van rijkdom), en het streven naar een evenwicht tussen materiële productie en de noodzakelijke eerbied voor het ecosysteem. Een noodzakelijk instrument daarvoor is, volgens ons, de affirmatie van de soevereiniteit, de controle over het nationale geografische territorium, t.o.v. het mondiale economische groepen en instellingen.

 

Daarom zijn en blijven onze kernwoorden: solidariteit, socialisme en soevereiniteit.