Het voorstel van liberaal fractieleider Patrick Dewael om leefloners, waaronder vluchtelingen, verplicht gemeenschapsdienst te laten uitoefenen, is geen oplossing voor het vluchtelingenvraagstuk en nog minder voor een correcte integratie van erkende politiek vluchtelingen in onze samenleving. We moeten ons hoeden voor dergelijke extreem eenvoudige retoriek die dan wel mag inspelen in het - noch te ontkennen, noch te onderschatten - gevoel dat bij de bevolking leeft, maar uiteindelijk helemaal geen oplossing biedt voor de vluchtelingencrisis die de komende jaren en decennia met veel waarschijnlijkheid kan toenemen.

Voor de Vlaams-Socialistische Beweging (V-SB) is het niet duidelijk waarom de invoering van een dergelijke gemeenschapsdienst tot een betere integratie van de vluchtelingen zou moeten leiden. Niet alleen zouden deze laatsten gevraagd worden om gratis te werken, daar waar het de bedoeling zou moeten zijn om hen volledig te integreren in onze samenleving en hen mee te laten draaien aan de economie, wat niet eenvoudig is als ze zonder werkelijke compensatie hun arbeid moeten verhandelen en hen onmiskenbaar zal opzadelen met een gevoel van minderwaardigheid. Bovendien zullen zij, analoog aan het regeringsvoornemen om langdurig werklozen gemeenschapswerk te laten uitoefenen, hiermee voor een groot deel werk uitvoeren dat nu reeds in handen is van werklieden in onze openbare diensten. De verplichte gemeenschapsdienst is dus ook geenszins in het belang van de loontrekkenden die wel over het Belgisch staatsburgerschap beschikken, die zo extra concurrentie zou krijgen van goedkope verplicht tewerkgestelden.

Voor de V-SB is de enige manier om weerwerk te bieden tegen de potentiële crisis die de vluchtelingentoestroom zou kunnen betekenen op lange termijn in een verandering in de politieke verhoudingen. Dit betekent zowel een interne verandering in de landen van herkomst, waar komaf gemaakt moet worden met de heersende kleptocratieën, als een verandering op wereldschaal, nl. de opheffing van de bestaande neokoloniale verhoudingen, de neoliberale praktijken en de beschadiging van de plaatselijke ecosystemen.

Zolang daar geen werk van is gemaakt, is het niet realistisch te verwachten dat de toestroom snel zal stoppen, en evenzeer kan men ervan uitgaan dat het grootste gedeelte van de subsidiaire vluchtelingen (oorlogsvluchtelingen, enz.) en migranten (economische vluchtelingen) niet naar hun land van herkomst zal terugkeren. De creatie van jobs en een verplichte en degelijke inburgering die alle aspecten van het leven in onze samenleving omvat is daarom onontbeerlijk voor vluchtelingen en migranten. Want werken is inderdaad een goede zaak voor de integratie van nieuwkomers, maar dan wel aan de geldende arbeidsvoorwaarden, met de bijhorende rechten, en zonder dat zij ingezet kunnen worden als goedkoop (laat staan gratis) alternatief voor de bestaande werkgelegenheid.