Wat velen voor onmogelijk hielden, is dan toch gebeurd: Open VLD heeft de regering-Leterme I doen vallen. De verleiding zal bij veel Vlaamsgezinden groot zijn om dit als een bijna prerevolutionair moment te beschouwen. Voorzichtigheid is echter geboden. Er is op dit eigenste ogenblik nog geen politieke elite opgestaan die de stap naar Vlaamse onafhankelijkheid zou durven zetten.  Evenmin is de Vlaamse KMO-burgerij bereid of bij machte zich op te werpen als leidende klasse in een historisch blok voor de onafhankelijkheid. Daartoe mist zij zowel de mentale bereidheid als de economische basis omdat zij ondanks de aanhoudende crisis blijft kiezen voor het neoliberale model. Deze elite lijkt zelfs niet klaar te zijn voor de vereniging van Vlaanderen in één gewest (i.p.v. de onzinnige opdeling in het Vlaams Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), laat staan voor de vernietiging van de Belgische machtsstructuren. De macht van de traditionele Belgische bourgeoisie is dan misschien tanende, maar nog niet uitgespeeld. Ten bewijze daarvan haar hegemonische invloed in de culturele sector.

 

Zelfs de splitsing van BHV - een al bij al zeer gematigde vraag van de Nederlandstalige partijen, omdat het aanzien kan worden als een bevestiging van de Vlaamse tweedeling en waarvan wij hopen dat het om een geval van 'reculer pour mieux sauter' gaat - staat nog niet voor de deur. Verder uitstel (d.m.v. een alarmbelprocedure of het aantreden van een nieuwe regering na nieuwe verkiezingen) is zeer waarschijnlijk, zeker indien de druk niet op de ketel gehouden wordt. Politieke overwegingen hebben in de praktijk immers steeds geprimeerd boven juridische.

 

Ook moet er worden op gewezen dat wanneer er nog dit jaar verkiezingen zou worden gehouden, dit de kans op samenvallende verkiezingen in 2014 vergroot. De politieke elite zou er dan ook voor kunnen opteren dit aan te grijpen om dit samenvallen te bestendigen in de toekomst, om zo die vervelende Vlaming en Waal nog verder buitenspel te zetten. Tegenover een dergelijke démarche, moet niet enkel wie zich tot de Vlaamsgezinden rekent, protesteren, maar gewoonweg eenieder die zich democraat noemt. Hetzelfde geldt voor het buitenspel zetten van de Kamer.

 

Tot slot mogen wij niet uit het oog verliezen dat de onenigheid op communautair vlak nog niet betekent dat die er ook is op sociaal-economisch vlak.  De Belgische politieke klasse in "noord en zuid' is immers nog steeds doordrongen van de neoliberale logica en wenst haar eigen belangen niet verkwanselen door ëcommunautair gehakketak'.  Als links-flamingantische organisatie is de V-SB het volkomen eens met de stelling dat er schandalig veel aandacht is gegaan naar de kwestie BHV.  Zij had al lang en snel moeten zijn opgelost, maar blijkbaar zijn er nog steeds mensen die denken dat er een onderhandelde oplossing voor BHV mogelijk is.  Zij noemen zichzelf ëverantwoordelijke' politici en weten zich gesteund door het corporatistische spreekkoor van werkgevers en de vakbondstop; en als het even moeilijk wordt, dan kunnen zij rekenen op de morele legitimatie door de gesubsidieerde culturele elite.