10 jaar geleden ging de Amerikaanse "financiële dienstverlener" Lehman Brothers failliet, het startschot van een wereldwijde crisis die eigenlijk nog steeds niet voorbij is. Integendeel. Onze afhankelijkheid van zulke "financiële dienstverleners" is sindsdien alleen maar groter geworden, economische zeepbellen zijn weer volop aan het groeien en de Griekse tragedie van de voorbije jaren toont aan dat de hele euro-constructie is gebouwd om de belangen van de bankensector te dienen, niet de belangen van de doorsnee Europeaan.



De crash van 2008 was het ideale excuus voor de definitieve vestiging van de neoliberale "austerity"-doctrine, de ideologie die veel economen en politicologen reeds cynisch typeerden als "socialisme voor de rijken, kapitalisme voor de armen". De schuld van de crisis lag volgens deze doctrine niet bij de banken zelf, noch bij het sociaal-economische model van privatiseren en dereguleren zoals we dat al enkele decennia kennen, maar wel bij de arbeiders, bedienden, kleine zelfstandigen en nog een hele reeks "deplorables" die blijkbaar boven hun stand leefden. Aan de echte oorzaken van de crisis van 2008 werd na tien jaar dus nog steeds niets gedaan: men vond steeds weer andere zondebokken om de aandacht af te leiden.

En dit terwijl vele duizenden miljarden dollars, ponden en euro's tevoorschijn werden getoverd door de centrale banken om de zieltogende financiële sector te redden - ten koste van de bevolking. Meer en meer economen waarschuwen dan ook dat er weer een crash zit aan te komen, één die nog zwaarder zal zijn dan die van 2008. En wie zal bij die volgende crash de rekening weer gepresenteerd krijgen?

Het zal ons inziens trouwens om meer dan alleen maar de volgende "rekening" gaan: juist omdat het kankergezwel van de banksector het voorbije decennium ongestoord verder is blijven uitzaaien over heel de wereld, dreigt deze keer een economische crash een sociale crash te worden. Onze economie en ons sociale weefsel zijn immers nog sterker verweven geraakt met die "financiële markten" die steeds als schimmig, abstract fenomeen worden voorgesteld. Privatisering van collectieve voorzieningen en publiek kapitaal en een door de politiek gestuurde "internationalisering" van de bedrijfswereld brengt steeds meer feitelijke macht in handen bij mondiale instellingen waar geen enkele democratische controle over is. Uiteraard voelen steeds meer mensen zich daar onwennig bij. De groeiende onvrede is symptomatisch: uiterst rechtse partijen winnen veld, verkiezing na verkiezing. Vanuit mainstream "links" geraakt men niet verder dan moord en brand schreeuwen over populisme, fake news en allerhande complottheorieën over Russische of Chinese inmenging. Dat elke dag honderden gezinnen in de eurozone uit hun huis dreigen gezet te worden, is geen fake news, noch het gevolg van Russische of inmenging, maar wel een van de vele redenen waarom steeds meer Europeanen het politieke establishment de rug toe keren. Dat de oorlogszucht van industriële en financiële lobbygroepen een gigantische stroom vluchtelingen op gang hebben gebracht is ook geen fake news.

Tien jaar na de crash van Lehman Brothers moet er eindelijk werk gemaakt worden van een loskoppeling uit die nefaste "financiële markten" die de democratie uithollen en hele landen ontwrichten. Een eerste stap daarbij zou de invoering van een publieke bank moeten zijn, waar Vlaamse gezinnen hun spaargeld veilig kunnen plaatsen, een bank die dit kapitaal in de eigen Vlaamse economie steekt in plaats van in dubieuze internationale "investeringen" en speculatie. Deze bank moet gebonden zijn aan een ethische code, volstrekte transparantie en aan permanent democratisch toezicht. Parallel daaraan moet werk worden gemaakt van een eigen monetair stelsel - een Vlaamse munt - dat de Vlaamse economische structuur geleidelijk aan moet vormgeven, dit om een buffer te hebben wanneer de euro onvermijdelijk in elkaar stort.

Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen roepen we de progressieve en soevereinistische personen, formaties en – voor zover die bestaan – partijen om al proactief werk te maken van dit loskoppelen uit het mondiale financiële stelsel. Gemeentebesturen zijn immers direct slachtoffer van eventuele crashen en crisissen in de banksector, zoals wel bleek met het Arcopar-schandaal. Reeds binnen de huidige staatsstructuren zijn er stappen mogelijk. Zoals de invoering van lokale munten, coöperatieve netwerken, het plaatsen van de financiële reserves van de gemeenten op kleinere, ethische en stabielere banken voor zover die nog bestaan. Ook een huisvestingsbeleid gericht op betaalbaar wonen - in plaats van gericht op toeristische hypes en speculatie - is reeds mogelijk binnen het kader van de gemeentepolitiek. Vanuit dat niveau kan dan druk worden opgebouwd om ook op het nationale Vlaamse niveau de broodnodige veranderingen door te voeren.