De ene salafist is de andere niet. De hypocrisie van de Europese regeringen als het gaat over fundamentalisme en religieuze terreur neemt wel groteske vormen aan. Begin september keurde Vlaams minister-president Geert Bourgeois de levering van wapenonderdelen aan Saoedi-Arabië goed, de “bondgenoot” die wordt bestuurd door feodale machthebbers en waar religieuze wetten gelden die niet voor “ISIS” moeten onderdoen. Bovendien is dit land de voornaamste exporteur van het fundamentalistische gedachtegoed dat aan IS ten grondslag ligt, via een wereldwijd netwerk van door de Saoudische “prinsen” gesponsorde moskeeën.
Minister-president Bourgeois verdedigde zich door te melden dat het enkel gaat om vizieren, voor“civiel gebruik”. We zouden de minister-president toch wel eens willen vragen of hij weet waar vizieren juist voor dienen, en wat hij verstaan onder “civiel gebruik” in Saoedische context. Herinneren we er aan dat dit land momenteel een zeer bloederige oorlog voert in Jemen, met brutaliteiten waar de “Syriëstrijders” van IS vaak nog wat van kunnen leren.
Herinneren we er ook aan dat een ander islamistisch-fundamentalistisch land, Iran, enkele decennia lang onder een embargo heeft geleefd, officieel wegens van het fundamentalistische regime daar. Niettegenstaande Iran weinig militaire ambities leek te vertonen en ook niet direct bekend staat als dé financier en promotor van internationale fundamentalistische bewegingen. Dit wijst er op dat religieus extremisme slechts heel selectief wordt gebruikt als criterium om te bepalen wie vriend en vijand is. We weten natuurlijk waar het echt om gaat: Saoedi-Arabië is een Amerikaanse bondgenoot omwille van de “petro-dollar”-alliantie.