Ondanks beloftes die hij tijdens zijn verkiezingscampagne deed, besliste de Franse president Hollande (PS) om toch geen werk te maken van het goedkeuren van het Europees Handvest voor de Regionale Talen. De president was nochtans veruit de enige 'kansmakende' presidents-kandidaat die het thema ter sprake bracht tijdens de kiescampagne. Maar Hollande is nu zelf ook niet meer van plan de andere talen in de Franse staat een plaats te geven en dat Handvest goed te keuren. De taalbewegingen voelen zich verraden.
Het thema kwam miniem aan bod in de verkiezingscampagne van vorig jaar. Hollande beloofde het Handvest wel op tafel te leggen. Zijn onmiddellijke tegenkandidaten Sarkozy en Marine Le Pen wilden er helemaal niet van weten. Linkse tegenkandidaat Jean-Luc Mélénchon die met zijn kiescampagne een 'Zesde Republiek' in het leven wou roepen, zag in dat nieuwe Frankrijk dat weliswaar links zou zijn, geen relevante rol weggelegd voor de niet-Franse naties op het grondgebied. Eva Joly (groenen) en François Bayrou (MoDem, centrum) verklaarden zich wel voorstander van het Handvest, maar raakten niet voorbij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen.
Op woensdag 15 mei jl. kwamen een honderdtal vertegenwoordigers van taalbewegingen in Frankrijk samen voor het gebouw van UNESCO in Parijs, om er 'cultureel asiel' aan te vragen. De campagnevoerders brachten er onder meer een petitie binnen en vroegen dat UNESCO bij Frankrijk zou aandringen om het Europees Handvest voor de regionale talen goed te keuren. Vincent Peillon, minister van onderwijs uit de partij van Hollande, liet de maandag vooraf weten dat de regering "in principe" nog steeds voorstander is van het Europees Handvest, maar dat er "wettelijke moeilijkheden" waren.
Zelfs indien Frankrijk het Handvest zou goedkeuren betekent dat nog lang geen duurzame oplossing voor de talen in verdrukking. Het Handvest stelt immers enkel een rudimentair beschermingsprogramma op uitgaande van enkele culturele mensenrechten zoals onderwijs, maar geen enkele politieke of institutionele hervorming. In de unitaire centralistische staat die Frankrijk nog steeds is, zou dat Handvest weinig effect hebben. Onderwijs is er al op beperkte schaal en krijgt hier en daar bovendien een beperkte mate van ondersteuning vanwege de staat (zo worden de leerkrachten van het Calandreta-onderwijsnet in Occitanië bijvoorbeeld betaald door de Franse staat omdat het onderwijsnet werkt volgens het programma van het Ministerie van Nationaal Onderwijs). Het goedkeuren van dat Handvest zou in wezen niet veel veranderen want Frankrijk kan zeggen dat het nu al "in de mate van het mogelijke" de regionale talen steunt.
Een veel belangrijker hervorming zou moeten uitgaan van politieke autonomie voor de regio's zelf. En een hervorming van het departementensysteem dat vandaag weinig rekening houdt met de historische naties (denken we maar aan het nietszeggende departement 'Pyrénées-Atlantiques', dat deels Baskisch en deels Occitaans is). Op zijn minst een federalisering van Frankrijk is noodzakelijk (en de soevereiniteit van deze volkeren uiteraard nog beter) opdat regionale overheden de middelen en politieke macht kunnen krijgen om een rechtvaardiger taalbeleid te voeren. Lokale overheden doen dat nu al binnen de grenzen van het wettelijk mogelijke (zoals media en onderwijs ondersteunen, of sinds enkele jaren tweetalige omroeping in de metro van het Occitaanse Tolosa/Toulouse). Ook artikel twee van de Franse grondwet, dat Frans proclameert als enige officiële taal van de ondeelbare republiek, zou moeten veranderen. Maar dit soort hervormingen zijn momenteel utopisch, want ze vergen een fundamentele breuk met het Jacobijnse Franse staatsidee, waar zelfs een 'radicaal' als Mélénchon niet mee durft te breken.
Een lichtpunt is wel dat er een groeiende steun is in de publieke opinie voor de goedkeuring van het Handvest, alsook in het parlement zelf én binnen de PS, de partij van president Hollande. Maar er zal nog veel politieke druk moeten uitgeoefend worden vanwege basisbewegingen eer er werkelijk iets zal veranderen in de Franse ondeelbare republiek.