Op 13 juli ll. werd de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) definitief goedgekeurd in het federale parlement, tot groot jolijt van de Frans- en Nederlandstalige regeringspartijen en de groenen. Na de stemming verkondigde cdH-senator en grondwetspecialist Francis Delpérée tijdens de radio-uitzonding 'La Première' op de RTBF terecht dat het om een Franstalige overwinning gaat. "Het gerechtelijke arrondissement wordt niet gesplitst. De Franstaligen uit de Rand zullen de mogelijkheid hebben om voor twee rechtbanken te verschijnen. De zes faciliteiten-gemeenten zijn nog nooit zo dicht bij Brussel geweest als nu. (...) De Franstaligen krijgen meer rechten en zullen nu voor een Franstalige rechtbank zullen kunnen verschijnen. We winnen hierbij!" (Bron: webstek van Le Soir, 13 juli 2012). Nu BHV gesplitst is, begrijpen de regeringspartijen en de groenen absoluut niet waarover de voorstanders van een splitsing zich nu nog druk maken. De kous is immers af, de kieskring werd eindelijk na 50 jaar discussie proper gesplitst, niet?
Een veel te hoge prijs
Na het protest van de Vlaamse beweging en sommige Vlaamse partijen groeide BHV de voorbije jaren alsmaar meer uit tot een symbooldossier, nog meer dan het in veertig jaar tijd ooit geweest is. Door het heviger wordende protest en het resultaat van de voorbije verkiezingen werd de BHV-tijdbom tijdens de onderhandelingen een prioritair probleem dat zo snel mogelijk opgelost moest worden, liefst zo veel mogelijk rekening houdend met de eisen van de Franstalige partijen. Een terugkeer was niet meer mogelijk. Idealiter was het niet de splitsing van BHV die ter sprake had moeten komen maar wel de afschaffing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de re-integratie van de 19 gemeenten in de rest van Vlaanderen, met name het Vlaams Gewest. Maar gedane zaken nemen geen keer. Met de huidige Vlaamse regeringspartijen en de groenen was het weinig waarschijnlijk dat de onderhandelingen op een positief resultaat gingen uitmonden. Nu kunnen we slechts concluderen dat de Vlamingen in een open val zijn gelopen.
Zo blijft de splitsing van het gerechtelijke arrondissement zoals bepaald in het Vlinderakkoord een groot knelpunt. Aangezien er tijdens de onderhandeling foutieve cijfergegevens gebruikt werden, bestaat de kans dat de Nederlandstalige rechtbanken in het Brussels Gewest volledig onderbemand zullen geraken. Pas tegen 2014 zou er een werklastmeting komen die zal nagaan of het aantal Nederlandstalige rechters niet verhoogd moet worden. Als dit het geval zou zijn, zal het tegen dan al veel te laat zijn en zullen de rechtbanken een hopeloze vertraging gegenereerd hebben, wat uiteraard een enorme impact zal teweegbrengen op hun werking. Inmiddels zou het nodige gedaan worden om geen personeelsleden nodeloos te ontslagen om ze binnen twee jaar opnieuw te moeten aanwerven. In zijn opiniebijdrage in De Standaard van 13 juli 2012 heeft politicoloog Bart Maddens het terecht over de invoering van het "principe van de etnische rechtsbedeling". "Er komen aparte Franstalige parketmagistraten in Halle-Vilvoorde, onder hiërarchisch gezag van de (verplicht Franstalige) Brusselse procureur. De 'etnisering' van de rechtspraak wordt ook doorgetrokken naar de Raad van State. Voortaan geldt een vermoeden van etnische vooringenomenheid ten aanzien van de Nederlandstalige staatsraden. Daarom wordt voortaan een tweetalige Kamer bevoegd voor administratieve geschillen in de zes. Het territorialiteitsbeginsel werd door de Raad van State altijd ondersteund. Maar die moeizaam opgebouwde rechtspraak dreigt nu onderuit te worden gehaald."
Daarnaast wordt het principe van de omzendbrief-Peeters, die de regeling van het taalgebruik in de Vlaamse gemeentebesturen benadrukt, in het akkoord volledig uitgehold. Ondanks de bevestiging van de Vlaamse afdeling van de Raad van State dat Franstaligen in de Vlaamse faciliteitengemeenten eerst in het Nederlands aangeschreven moeten worden en pas nadien eventueel in het Frans, zullen administratieve geschillen voortaan doorverwezen worden naar de Algemene Vergadering van de Raad van State, waarin zowel Nederlands- als Franstalige zetelen, met afwisselend een voorzitter van een andere taalrol. Hoe deze over dergelijke zaken zullen oordelen moet nog blijken, maar een positieve evolutie is dit allerminst.
Bovendien worden de Vlaamse rechten en de weinige representativiteit waarover zij nog beschikken in hun hoofdstad zo goed als definitief verkocht. Het zal voortaan nagenoeg onmogelijk worden een Nederlandstalige Kamerzetel in de wacht te slepen.
Voor al dit lekkers betalen we ook nog met de glimlach de mooie som van 461 miljoen euro extra per jaar extra aan Brussel, voordien nog het enige middel waarmee we druk konden uitoefenen op de Franstalige Brusselaars. Voor de rest kan niet gezegd worden dat er naast de grotendeels symbolische splitsing van BHV voor de Vlamingen veel zal veranderen. In de faciliteitengemeenten, die liggen op het het grondgebied van het Vlaams Gewest, kunnen Franstaligen nog steeds stemmen op Brusselse lijsten, en ondanks wat de CD&V-coryfeeën ook mogen beweren zal het Vlinderakkoord niet leiden tot een pacificatie met de Franstaligen die in Vlaanderen wonen. Hun expansiedrang naar het Vlaams Gewest zal blijven voortduren, getuige hiervan de opruiende en ronduit racistische taal die verschillende Franstalige politici uit de Rand nu reeds in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen geuit hebben...
Het voordeel van de duidelijkheid
De totstandkoming van het Vlinderakkoord heeft voor veel Vlamingen in elk geval één ding duidelijk(er) gemaakt: in de Belgische constructie is het volstrekt onmogelijk om tot een correcte oplossing te komen, zelfs indien het om een resultaat gaat dat opgelegd is door het Grondwettelijk Hof. Het heeft voor een zoveelste keer pijnlijk duidelijk gemaakt dat een Franstalige minderheid de wil van een Nederlandstalige meerderheid tot in het oneindige kan blijven blokkeren en dat deze meerderheid vroeg of laat toch genoeg water bij de wijn doet om haar eigen rechten te schaden, zelfs indien zij het recht, de numerieke meerderheid en alle middelen aan haar kant heeft. Voor de Franstaligen is eens te meer bewezen dat zij de regering altijd zullen beheersen en dat een Vlaamse meerderheid voor altijd machteloos zal zijn. En naar aanleiding van dit debacle hebben alsmaar meer Vlamingen, veel meer dan voordien, begrepen dat dit zo niet kan blijven duren. De avond van de stemming in het parlement verkondigde CD&V-voorzitter Wouter Beke in Terzake dat deze splitsing is wat de Vlamingen gevraagd hebben, inclusief het opgeven van hun representativiteit in hun hoofdstad. Fout meneer Beke, de Vlamingen hebben nooit gevraagd om een dergelijk prijskaartje te betalen. Onder deze voorwaarden was BHV beter nooit gesplitst geworden.