Voor een nieuwe Vlaamse linkerzijde

11 juli 2011  is ene goede gelegenheid om te pleiten voor een nieuw begin van een Vlaamse linkerzijde.

Vooreerst moet begonnen worden met zich te verankeren in het eigen volk en van daaruit consequent kiezen voor de Vlaamse natie en niet meer voor België en de Brusselse machtscenakels rond het Hof en allerlei lobbygroepen van het belgicisme (Coudenberg, K.oning Boudewijnstichting,…). Van hieruit kunnen met het Waalse regionalisme win-win-verhoudingen uitgebouwd worden los van vernoemde machtscenakels.

Het behoort tot de essentie van het links gedachtegoed dat elk volk  het democratisch recht heeft soeverein een eigen democratische staat op te richten en de integriteit van zijn territorium afdoende te verdedigen, inbegrepen Brussel. Het is niet omdat vandaag er  in Vlaanderen nog geen meerderheid is voor een onafhankelijke Vlaamse staat dat we er over moeten zwijgen, zoals de N-VA stelt.

Een nieuwe Vlaamse linkerzijde heeft als alfa en omega van zijn discours: een onafhankelijke én soevereine Vlaamse staat. Een soevereine staat waar het volk democratische controle heeft op de belangrijkste sectoren van economie, energie, financiën, sociale zekerheid, transport,…De Vlaamse beweging moet openlijk steun geven aan de strijd van de Vlaamse vakbonden voor volwaardige jobs in vnl. de dienstensectoren (recente betoogden in Brussel 16 000 werkers van de witte woede); er moet controle komen op de Vlaamse spaargelden ten bate van investeringen, innovatie en volwaardige jobs via de oprichting van een Vlaamse openbare bank  en een energieconsortium voor duurzame en goedkope energie tegen het monopolie van Suez-Electrabel, een sterke sociale zekerheid die sociale bijstand en liefdadigheid overbodig maakt.

Een nieuwe Vlaamse linkse beweging moet kiezen voor de antimondialisering als links antwoord op een mondiaal neoliberalisme die alleen de plutocratische elites van de multinationals, de financiële speculanten, grootbanken,… en de met haar collaborerende politieke partijen ten goede komt. Na de bankencrisis (2008) treden ze steeds driester op en voeren een echte sociale burgeroorlog tegen de volkeren en soevereiniteit van de naties. Ze laten de door haar veroorzaakte crisis nu betalen door de belastingbetaler en de natiestaten. Een vernieuwde Vlaamse linkerzijde moet de Belgische blokkades opheffen om ze dan niet te vervangen door een nog dwingender voogdij van de Europese Unie en het IMF zoals de bestaande rechtse partijen willen, ook de N-VA. We verwijzen in dit verband naar de recente zes ‘aanbevelingen’ van de EU die door de N-VA gewoon zijn overgenomen. Bart De Wever en zijn vrienden van het VOKA maken zich dus blijkbaar op om bij de EU en het IMF de nodige legitimiteit te verwerven om de shockdoctrine van het neoliberalisme op te leggen aan de Vlaamse bevolking. Herleidt  Bart De Wever zich zo niet tot gouwgraaf in Vlaanderen van de ‘Internationale’ van conservatieven? Net zoals de sociaal-democraten dat doen of deden in Griekenland, recent in Portugal, Spanje, het Duitsland van ex-kanselier Schröder en het VK van ex-premier Blair.

Gelukkig komen in Griekenland, Spanje, Italië, IJsland,... anti-syteembewegingen op gang. Vandaag is het verzet tegen de plutocratische elites geconcentreerd rond het Middellandse Zeegebied. Nu al zijn er positieve resultaten zichtbaar in Italië, Spanje, Tunesië, Egypte,… Maar het zal een gevecht van lange adem worden, van ups en downs, om een nieuw systeem van duurzame economie af te dwingen, waarin de macht van de plutocraten gebroken wordt en de arbeid in ere wordt hersteld, de sociale zekerheid wordt verstevigd en de democratie verdiept.

Dé arena waarin deze strijd gevoerd is niet Europa of de wereld maar het zijn de concrete natiestaten waarin de nationale bevrijdingsstrijd en klassenstrijd samenvloeien.

 

 

We spreken op 11 juli 2011 de hoop uit  in  een vernieuwde Vlaamse  linkerzijde die zal opkomen voor sociale vooruitgang en democratie én voor een onafhankelijk en  soeverein Vlaanderen. 

 

Naar een nieuwe Vlaamse linkerzijde?

 

Momenteel groeit  het linkse soevereinisme op het westelijke halfrond. In Latijns-Amerika winnen links-soevereinisten. In onze contreien is alles wat regionalistisch of independentistisch is overwegend centrum-links tot radicaal links, denk aan Baskenland, Catalonië, Ierland, Schotland,... Vakbonden en intellectuelen bekennen zich openlijk tot een links-progressief soevereinisme. Miljoenen mensen geven er hun stem aan.

Omdat Vlaanderen een natie is, met zijn geschiedenis,heeft het zijn eigen inkleuring van het linkse soevereinisme. Het is  minoritair, maar heeft in  de vorige eeuw eminente vertegenwoordigers gehad in diverse  politieke stromingen. De strategische  missie van het  links soevereinisme of sociaal-flamingantisme is steeds geweest de splitsing die doorheen de geschiedenis is gegroeid te overbruggen  tussen de twee  emancipatiebewegingen: Vlaamse beweging en de arbeidersbeweging. Enkel dan kan de emancipatie van het Vlaamse volk duurzaam verankerd worden. Maurits Coppieters noemde ze ooit de “twee koningskinderen aan beide oevers van de grote rivier”.

 

1902: Socialisten over “Klauwaerts en Leliaerts”...

Vandaag lijden we nog aan die kloof  tussen beide emancipatiestromingen midden een diepe sociaal-economische en communautair- politieke crisis. En dit ondanks de forse inbreng van linkse en sociaalflaminganten vorige eeuw, in de strijd tegen het nazisme, de realisatie van de vernederlandsing van het onderwijs en de sociale zekerheid. We denken aan socialisten zoals Emiel Moyson, Camille Huysmans, Hendrik Fayat, de communisten Jef Van Extergem en Bert Van Hoorick, de christen-democraten priester Adolf Daens en Hendrik Heyman,…

Bij de opgang van het socialisme begin vorige eeuw zijn er voorbeelden die aantonen hoe het Vlaams socialisme op 11 juli ook de Guldensporenslag herdacht. Het was toen een levendig socialisme dat in debat ging en actie voerde. De Kortrijkse socialisten hadden het er op het einde van de 19e eeuw  bijvoorbeeld al jaren moeilijk mee dat de 11 juli-viering door de clerus gevierd werd als een soort “godsdienstige rassenstrijd”. De Kortrijkse socialisten wilden daar iets tegen doen en vonden steun in het congres van de Vlaamse socialisten van 23 februari 1902. Twee motieven inspireerden de Guldensporenherdenking van de Vlaamse socialisten in 1902. Eén: de klassenstrijd. 1302 plaatste de vrije burgers tegenover de adel en was zo een voorafspiegeling van het conflict tussen de arbeiders en de kapitalisten.“De Klauwaerts waren de democraten van dien tijd en de partij der Leliaerts was die van de toenmalige reactionaire kliek.” Eind juni 1902 leverde een socialist, een zekere Pacha, hevige kritiek op de sociale mistoestanden in Vlaanderen in Vlaamsgezinde termen: “men spreekt van de vlaamschen leeuw, van vrijheidsgevoelen en zelfbewustzijn: bittere spotternij. Geen enkel volk ligt droeviger in ketens geklonken als het vlaamsche volk (…). Vlaanderen den Leeuw! Maar de leeuw ligt schijndood en zijn rust-roeste klauwen zijn onmachtig de brok te verdedigen die gruwzame bloedzuigers hem voor en na afpersen.” (cfr ‘Het rode vaderland’, Maarten Van Ginderachter, 2005, blz. 239-241)

We zijn nu meer dan honderd jaar verder. Er is door de strijd van de Vlaamse beweging en de arbeidersbeweging veel ten goede veranderd in Vlaanderen gedurende die 110 jaar. Maar verworvenheden staan nooit definitief in de stenen gebeiteld. Linkse soevereinisten geloven in de maakbaarheid van een democratische samenleving en niet in het ‘laissez-faire, laissez passer’ of de onveranderlijke ‘natuurlijke orde’ van conservatieven...

2010: Links ontdekt het communautaire, maar hoe?

Vorig jaar kwam in de verkiezingsuitslag op 13 juni 2010 een brede grondstroom tot uiting van Vlaams bewustzijn en ook ontevredenheid over de gang van zaken in het Belgisch huishouden. Het Belgisch regime staat voor de grootste legitimatiecrisis ooit. Wie nog moest overtuigd worden weet nu dat Vlaanderen een natie is met een territorium en bevolking die zich Vlaams voelt en ernaar stemde. Maar nee, grote delen van links Vlaanderen zien het nog altijd niet zo. Jarenlang orakelden dezen dat het communautaire geen prioriteit had, want er waren belangrijker problemen. Nu, na de verkiezingen van vorig jaar is het communautaire ineens wel belangrijk geworden als het erop aankomt het Belgische regime te verdedigen. Allerlei initiatieven van de pseudo-elite van ‘culturelen’ zien het licht,… Vakbondstoplui riepen op liever te stemmen voor een liberale belgicistische Open VLD dan voor de N-VA.                                                      

Natuurlijk moeten we als linkse soevereinisten begrip opbrengen voor onze potentiële bondgenoten ter linkerzijde in vakbonden, milieubewegingen en in het brede sociale middenveld als zij wijzen op het risico dat een toenemende zelfstandigheid van Vlaanderen een paard van Troje is voor een verrechtst, antisociaal Vlaanderen. We delen die zorg. Maar die bekommernis mag niet gebruikt worden om het model van Belgische sociale zekerheid kritiekloos de hemel in te prijzen en de democratische verzuchtingen van Vlaanderen af te wijzen. We weten wel beter wanneer we de armoedecijfers bekijken, of de beschamend lage wettelijke pensioentjes, de jobonzekerheid, de verliezen door de bankencrisis van 2008, het hoog percentage van persoonlijke tussenkomsten in de gezondheidssector waardoor je verplicht wordt een hospitalisatieverzekering af te sluiten. Het hoofd van de studiedienst van het ABVV, Jef Maes, schetst in het boek Uw sociale zekerheid in gevaar (2011) hoe het Belgisch model de jongste dertig jaar compleet is uitgehold.

Het klassieke Belgische Rijnlandmodel is uitgehold en er blijft er weinig of niks over om het als model te verdedigen en het daarenboven te gebruiken voor de verdediging van een vermolmde staat. Wat rechts Vlaanderen voorstelt is natuurlijk nog veel erger. Dat wil terug naar liefdadigheid, de bijstand en culpabilisering en zelfs criminalisering van de armen i.p.v. een sociaal beleid en een volwaardige sociale zekerheid.

Solidariteit met het eigen volk is het begin (niet het einde) van elke linkse politiek; het is een universele doelstelling van elk sociaal beleid. Het is een prioriteit van elk volk zijn eigen noden te bestrijden (hetgeen niet in tegenstelling staat tot de solidariteit met andere volkeren vermits de welvaart van andere volkeren een voorwaarde is voor de eigen welvaart). Ook in het rijke Vlaanderen groeien de kloof tussen rijk en arm, de voedselbanken, de schulden voor de hoge energiefacturen,…In Vlaanderen zijn er zowat één miljoen mensen die onder of vlak boven de armoedegrens leven en die behoefte hebben aan begeleiding, volwaardige jobs en inkomen, onderwijs, kortom, aan een sociaal beleid die naam waardig,…

Linkse soevereinisten weigeren te kiezen tussen de pest en de cholera: tussen een Belgisch uitgehold Rijnlandmodel of  een zelfstandig Vlaanderen met een hardvochtig, geprivatiseerd Angelsaksisch model. Wij kiezen voor een zelfstandig Vlaanderen dat geen klein-België is, maar de sociale zekerheid herstelt en verbetert in volle soevereiniteit.

De Vlaamse sociaal-democraten zitten in een rampenscenario. Ze zitten electoraal op een nooit gezien dieptepunt. Ze zijn een kiesclub geworden i.p.v. een militantenpartij, een club van hoofdzakelijk cynici en carrièrejagers. Niet te verwonderen dat de partij 20 jaar lang mee het neoliberaal beleid uitgevoerd en  de ‘pensée unique’ van het neoliberalisme overnam. En dan verrast zijn dat de kiezers zich in hun ontevredenheid richten op andere, openlijk rechtse partijen? Zoals Louis Tobback voorspelde toen de paarse coalitie van start ging: ze eindigt bont en blauw. Uit de zware verkiezingsnederlaag van 13 juni 2010  hebben ze geen lessen getrokken. De partijtop en kaders blijven de belgicistische kaart trekken in de hoop via het redden van België met de sterke PS van Wallonië hun individuele toekomst veilig te stellen. Prof. Carl Devos stelt in het theoretisch tijdschrift van de sp.a: “De schrik van links in Vlaanderen om in een meer autonoom Vlaanderen het politiek pleit te verliezen heeft niet enkel van doen met de autonomie als dusdanig, maar ook en wellicht vooral met veronderstelde en werkelijke inhoudelijke en ideologische zwakte en een dwaas defaitisme.”(Sampol, maart 2011).